maandag 15 december 2014

Doorlezen of niet? Matthijs de Ridder

Voor deze rubriek lees ik de eerste 50 bladzijden van een nieuw boek, breng verslag uit van mijn leeservaring en beantwoord ten slotte de vraag: lees ik door in dit boek... of toch maar niet?

Vandaag: Behoud de Begeerte: een literaire geschiedenis 1984-2014 van Matthijs de Ridder. Waarin de organisator van o.a. Saint Amour en Geletterde mensen het kader biedt voor een fragmentje literatuurgeschiedenis. 

Wie? Matthijs de Ridder (1979) is literatuurwetenschapper. In 2009 promoveerde hij aan de Universiteit Antwerpen op het proefschrift Staatsgevaarlik! De activistische tegentraditie in de Vlaamse letteren 1912-1933. In 2012 publiceerde hij Rebelse ritmes. Hoe jazz en literatuur elkaar vonden. Hij werkt ook mee aan de tekstbezorging van Louis Paul Boons Verzameld Werk (De Arbeiderspers).

Vooroordeel van de dag? Literatuurgeschiedenis over de laatste dertig jaar? Hadden we niet pas nog de Geschiedenis van de moderne Nederlandse literatuur van Thomas Vaessens? En eerder, niet zo heel lang geleden, Altijd weer vogels die nesten beginnen van Hugo Brems?

Buzz? Een paar recensies. Er loopt momenteel een tentoonstelling over dertig jaar Behoud de Begeerte, waarvan het boek misschien kan profiteren.

Wat was de vraag? Maakt het iets uit, dat een boek in elkaar gepuzzeld is?

De eerste vijftig bladzijden... Voor wie zich afvraagt wat het opdoeken van De Bezige Bij Antwerpen in concreto betekent: dít is dus het soort boeken dat we vanaf nu op onze buik mogen schrijven. De focus is te Vlaams: veel Vlaamse schrijvers, weinig Nederlanders, en het kader is de dertigste verjaardag van een Vlaamse organisator van literaire avonden, Behoud de Begeerte. De vormgeving is ongetwijfeld te duur voor uitgeefconcerns in barre tijden: luxueus glanspapier, een weelde aan foto’s en illustratiemateriaal.
Niet zonder enig effectbejag beschrijft De Ridder de vroege jaren ’80 als een soort Middeleeuwen 2.0: Orwelliaanse angsten, economische crisis, het begin van het privacy-verlies, vrijheid en democratie begonnen sterk op een ‘wassen neus’ te lijken. En wat erger was: in de Vlaamse literatuur gebeurde er ‘geen reet’ (dixit Tom Lanoye). Er waren wel degelijk interessante schrijvers aan het “groeien”, stelt De Ridder, maar ze hadden weinig podia ter beschikking: ‘Op dat vlak kon de literatuur zelfs wel een steuntje in de rug gebruiken. De letteren hadden de voorbije jaren niet alleen in overdrachtelijke zin een teruggetrokken bestaan geleid. De mogelijkheden voor schrijvers om met hun werk naar buiten te treden, waren relatief schaars.’
Volgt: veel anekdotiek over Behoud de Begeerte (hoe directeur Luc Coorevits de naam bedacht c.q. kopieerde, hoe baanbrekend duur de eerste affiche was, etc.), maar ook een heel interessant stuk over De Hunnen, een romantrilogie van Jan Cremer. En natuurlijk, natúúrlijk begint het boek met een hoofdstuk over Het verdriet van België. Dat verscheen weliswaar vóór 1984, maar het kon niet ontbreken: Hugo Claus is zo’n belangrijke figuur geweest, in al die Behoud de Begeerte-producties.

Hoe gelezen? In de recensie van Marc Reynebeau in De Standaard las ik dat Behoud de Begeerte eigenlijk twee boeken is. Eén over de organisatie, haar evenementen, haar initiatieven en successen sinds 1984. En één over de belangrijkste boeken die in diezelfde dertig jaar verschenen. Inderdaad valt het al in de eerste vijftig bladzijden op dat De Ridder niet één verhaal vertelt, maar hoofdstukken in elkaar past als puzzelstukjes – en dat dat procédé aardig werkt. Ik zie vooralsnog geen probleem. En in die eerste vijftig, zestig bladzijden, las ik niet alleen een prima stuk over die trilogie van Jan Cremer, maar ook een hoofdstuk over het literaire leven anno 1984, aan de hand van de bladen die toen het mooie weer maakten (‘De Zwijger en het Nieuw Wereldtijdschrift: op zoek naar oppositie en consensus’).

Doorlezen? Het is tegen mijn zin, want Matthijs de Ridder en ik, wij liggen elkaar niet, maar niettemin, dit boek is het doorlezen waard.

Morgen: doorlezen of niet in The sense of style. The thinking person’s guide to writing in the 21st century van Steven Pinker?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten