Misbruik, jaloezie en het wezen van de literatuur zijn enkele van de onderwerpen in Bertram Koelemans veelkantige tweede roman, Het wikkelhart.
Twee Nederlandse jongens gaan op vakantie in Frankrijk, een kamping bij Saint-Honoré. Op zoek naar ‘entertainment’ komen de jongens in de schuur van een oude boerderij terecht. Daar toont een trotse moeder haar dochter, een minderjarig zangtalent in een jurkje dat veel te weinig aan de verbeelding overlaat. De scène wekt een vermoeden van kindermisbruik. ‘Wat werd hier niet gezegd?’
Jaren later – de jongens zijn al lang volwassen – echoot het non-gebeuren in de schuur nog altijd na. De ambitieuze schrijver Dom zit al jaren met een writer’s block en worstelt keer op keer om iets zinnigs te doen met wat er gebeurde in de schuur. Zijn vriend Nick daarentegen heeft pas in die schuur zijn schrijfader gevonden: hij is nu een gevierd bestsellerauteur.
Dom leeft permanent in de schaduw van zijn vriend. Nick heeft Doms ambities waargemaakt. Doms vrouw is een ex van Nick. Nick is de vader van de dochter die Dom mee opvoedt. Doms volledige naam, Dominic, bevat trouwens zowel ‘Dom’ als ‘Nick’. Er is gewoon te veel Nick in Doms leven. Als Nicks nieuwe roman dan ook nog eens over die schuur blijkt te gaan, loopt Doms emmertje over. Nick had eerder al zijn woorden gestolen, nu steelt hij ook hun gedeelde verleden. Waar houdt dat op? ‘Mijn handelen hier en nu zou alleen iets kunnen betekenen wanneer hij (d.i. Nick) het opschreef.’
Overspannen en bovendien flink doordrinkend, raakt Nic ervan overtuigd dat er een tweede werkelijkheid bestaat, een ‘plek achter de zichtbare wereld, waar de machines hun werk doen en levens sturen’. In toenemende mate tasten Dom én de lezer in het duister naar wat echt is en wat niet. Het hek gaat van de dam in een adembenemende scène: Dom, in de werkkamer van Nick, gebogen over diens onafgewerkte teksten, hallucineert een ‘pulserende zwarte parel’ en trekt door de parel heen de wereld binnenstebuiten.
Wat Koeleman in deze roman in scène zet (en verrassend genoeg ook nog eens spannend weet te maken), is een botsing tussen twee visies op het schrijverschap.
Nick weet dat spelen met je autobiografie, verwarring scheppen over wat echt is en wat niet, de truc is om vandaag de dag succes te hebben. (Liefst gecombineerd met persoonlijk leed, uiteraard. ‘Mijn redacteur vindt dat ik de misbruik-angle wat dikker moet aanzetten, maar dat gaat dus echt zó niet gebeuren’, hoort Dom een schrijfster zeggen op de presentatie van Nicks nieuwe boek.) All smoke and mirrors, zeggen de Engelsen, suggererend dat er geen echte inhoud is. In de woorden van Koeleman: ‘niet meer dan elegant gevormde rook’. Voor Nick gaat het bij het schrijven nooit om de feiten, maar om het spel.
Dom daarentegen wil feiten. Hij ziet de literatuur (denk ik) als het middel om de machines achter de werkelijkheid te tonen. Geen wonder dat hij al jaren geblokkeerd is: wat er gebeurde in de schuur is hem altijd onduidelijk gebleven en hij heeft feiten nodig. Pas als hij terugkeert naar Frankrijk, is hij in staat het verhaal te schrijven dat al die jaren in hem geblokkeerd zat (en dat Koelemans roman afsluit). Koeleman laat op dat moment ook die vervelende tegenstelling feit/spel achter zich. Literatuur is helemaal niet een kwestie van waarheid achter muren, van laagjes. De literatuur is het hart uit de titel.
De literatuur zit in de mens (het feit, zeg maar) zoals een hart. De twee kunnen niet zonder elkaar bestaan.
Voor degenen die ik nog niet helemaal in slaap geëmmerd heb met bovenstaande interpretatie, wil ik graag nog even heel concreet worden. Vraag: hoe voelt het om deze roman te lezen? Het wikkelhart is een roman in verschillende toonaarden. Het openingshoofdstuk stemt ongemakkelijk en is een briljante manier om je de roman in te lokken. Er is veel en goede humor te vinden in hoofdstuk 2. Hoofdstukken 3 en 4 zijn weer een heel andere ervaring. Koeleman heeft nu een heel aantal elementen op tafel gezet en die vormen zo’n vierkante puzzel, met één ontbrekend stukje, waarin je de stukjes heen en weer moet schuiven. Onder de elementen die naar links en rechts geschoven worden om telkens in een andere constellatie, in een ander licht te komen staan, bevinden zich: een schakelaar die de maan aan en uit knipt, een gietijzeren kapstok, een kale man die Dom cryptische signalen geeft en uiteraard de Franse zangeres, die in verschillende gedaanten opduikt.
Misschien vraagt Koeleman hier net iets te veel van de lezer. Er was een punt waarop ik besefte dat de puzzel nooit helemaal zou kloppen – er zal altijd één stukje ontbreken – en dat haalt de lol wel een beetje uit het spel. Gelukkig landt de roman in hoofdstuk 5 met een finale die zowel onthutsend als ontroerend is. Het toont hoeveel controle Koeleman heeft over zijn veelkantige, vaak ontregelende roman.
Bertram Koeleman, Het wikkelhart, Atlas Contact, 254 blz., 19,99 euro.
Deze recensie verscheen vorige vrijdag in de boekenbijlage van De Standaard.
Jaren later – de jongens zijn al lang volwassen – echoot het non-gebeuren in de schuur nog altijd na. De ambitieuze schrijver Dom zit al jaren met een writer’s block en worstelt keer op keer om iets zinnigs te doen met wat er gebeurde in de schuur. Zijn vriend Nick daarentegen heeft pas in die schuur zijn schrijfader gevonden: hij is nu een gevierd bestsellerauteur.
Dom leeft permanent in de schaduw van zijn vriend. Nick heeft Doms ambities waargemaakt. Doms vrouw is een ex van Nick. Nick is de vader van de dochter die Dom mee opvoedt. Doms volledige naam, Dominic, bevat trouwens zowel ‘Dom’ als ‘Nick’. Er is gewoon te veel Nick in Doms leven. Als Nicks nieuwe roman dan ook nog eens over die schuur blijkt te gaan, loopt Doms emmertje over. Nick had eerder al zijn woorden gestolen, nu steelt hij ook hun gedeelde verleden. Waar houdt dat op? ‘Mijn handelen hier en nu zou alleen iets kunnen betekenen wanneer hij (d.i. Nick) het opschreef.’
Overspannen en bovendien flink doordrinkend, raakt Nic ervan overtuigd dat er een tweede werkelijkheid bestaat, een ‘plek achter de zichtbare wereld, waar de machines hun werk doen en levens sturen’. In toenemende mate tasten Dom én de lezer in het duister naar wat echt is en wat niet. Het hek gaat van de dam in een adembenemende scène: Dom, in de werkkamer van Nick, gebogen over diens onafgewerkte teksten, hallucineert een ‘pulserende zwarte parel’ en trekt door de parel heen de wereld binnenstebuiten.
Wat Koeleman in deze roman in scène zet (en verrassend genoeg ook nog eens spannend weet te maken), is een botsing tussen twee visies op het schrijverschap.
Nick weet dat spelen met je autobiografie, verwarring scheppen over wat echt is en wat niet, de truc is om vandaag de dag succes te hebben. (Liefst gecombineerd met persoonlijk leed, uiteraard. ‘Mijn redacteur vindt dat ik de misbruik-angle wat dikker moet aanzetten, maar dat gaat dus echt zó niet gebeuren’, hoort Dom een schrijfster zeggen op de presentatie van Nicks nieuwe boek.) All smoke and mirrors, zeggen de Engelsen, suggererend dat er geen echte inhoud is. In de woorden van Koeleman: ‘niet meer dan elegant gevormde rook’. Voor Nick gaat het bij het schrijven nooit om de feiten, maar om het spel.
Dom daarentegen wil feiten. Hij ziet de literatuur (denk ik) als het middel om de machines achter de werkelijkheid te tonen. Geen wonder dat hij al jaren geblokkeerd is: wat er gebeurde in de schuur is hem altijd onduidelijk gebleven en hij heeft feiten nodig. Pas als hij terugkeert naar Frankrijk, is hij in staat het verhaal te schrijven dat al die jaren in hem geblokkeerd zat (en dat Koelemans roman afsluit). Koeleman laat op dat moment ook die vervelende tegenstelling feit/spel achter zich. Literatuur is helemaal niet een kwestie van waarheid achter muren, van laagjes. De literatuur is het hart uit de titel.
Een hart had immers net zozeer het lichaam nodig als het lichaam het hart. Dus was dit (d.i. het hart) een zelfstandig wezen? Een systeem dat zichzelf in stand hield?
De literatuur zit in de mens (het feit, zeg maar) zoals een hart. De twee kunnen niet zonder elkaar bestaan.
Voor degenen die ik nog niet helemaal in slaap geëmmerd heb met bovenstaande interpretatie, wil ik graag nog even heel concreet worden. Vraag: hoe voelt het om deze roman te lezen? Het wikkelhart is een roman in verschillende toonaarden. Het openingshoofdstuk stemt ongemakkelijk en is een briljante manier om je de roman in te lokken. Er is veel en goede humor te vinden in hoofdstuk 2. Hoofdstukken 3 en 4 zijn weer een heel andere ervaring. Koeleman heeft nu een heel aantal elementen op tafel gezet en die vormen zo’n vierkante puzzel, met één ontbrekend stukje, waarin je de stukjes heen en weer moet schuiven. Onder de elementen die naar links en rechts geschoven worden om telkens in een andere constellatie, in een ander licht te komen staan, bevinden zich: een schakelaar die de maan aan en uit knipt, een gietijzeren kapstok, een kale man die Dom cryptische signalen geeft en uiteraard de Franse zangeres, die in verschillende gedaanten opduikt.
Misschien vraagt Koeleman hier net iets te veel van de lezer. Er was een punt waarop ik besefte dat de puzzel nooit helemaal zou kloppen – er zal altijd één stukje ontbreken – en dat haalt de lol wel een beetje uit het spel. Gelukkig landt de roman in hoofdstuk 5 met een finale die zowel onthutsend als ontroerend is. Het toont hoeveel controle Koeleman heeft over zijn veelkantige, vaak ontregelende roman.
Bertram Koeleman, Het wikkelhart, Atlas Contact, 254 blz., 19,99 euro.
Deze recensie verscheen vorige vrijdag in de boekenbijlage van De Standaard.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten