donderdag 21 mei 2020

Lik naar boven // Een boekbespreking

Deze week las ik een 19de-eeuws Russisch toneelstuk: Го́ре от ума́ van Alexander Griboedov, in de nieuwe Engelse vertaling van Betsy Hulick. De titel, Го́ре от ума́, is dit keer vertaald als Woe from wit. Misschien zou Te slim voor zijn eigen goed een aanvaardbare Vlaamse titel zijn, want dat karakteriseert de hoofdpersoon: de jonge Chatsky is rad van tong, zegt dingen die niet gezegd mogen worden en schiet zichzelf daarmee in de voet.
Chatsky komt, na een verblijf in het buitenland, naar Moskou en trekt meteen naar het huis van Famusov. Vóór zijn vertrek was Chatsky verliefd op Famusovs dochter Sophie en hij wil graag weten hoe zij nu over hem denkt. Famusov ontvangt hem als een zoon, maar schrikt terug voor Chatsky’s humor, bijvoorbeeld als hij zich spottend uitlaat over mouwvegers en jaknikkers. Zegt Chatsky:
Trample those beneath whom you despise.
Flatter those above you adulate –
an age of servile urges, in the guise
of zeal to serve the sovereign and the state.
Elke Vlaming kent de vertaling van die woorden: lik naar boven, stamp naar onder. Famusov hoort alle alarmbellen rinkelen: ‘God preserve us! / A subversive! (…) A dangerous man to know!’ 
Ook Sophie deelt onbedoeld in de verbale zweepslagen. Chatsky bespot namelijk Famusovs secretaris, de altijd diplomatisch zwijgende Molchálin. Wat hij niet weet, is dat Sophie intussen een geheime relatie is begonnen met Molchálin. De secretaris brengt zelfs de nacht door op haar kamer, zogezegd pratend en zuchtend van verlangen tot de ochtendstond. Chatsky’s vrolijke woorden over Molchálin doen Sophie pijn. De clash bereikt een hoogtepunt tijdens het feest dat Famusov die avond geeft. Met één verdwaald zinnetje doet Sophie het gerucht ontstaan dat Chatsky een vijs kwijt is. 
Het gerucht vreet zich door het feest als vuur door een brandgang. Het is haast een voorspelling van wat later zo veel Russische dissidenten (en dissidenten elders) zou overkomen: de beschuldiging gek te zijn, en vervolgens opgesloten te worden “voor hun eigen bestwil”. 
Zo dramatisch eindigt het stuk niet. Niettemin, als Chatsky in de vroege ochtend eindelijk de deur achter zich dichttrekt, met het vaste voornemen Moskou te verlaten, laat hij een spoor van vernieling achter: een gebroken hart, twee ontslagen en een geshockeerde Famusov. De laatste zin van het stuk: ‘Oh, my God! What will Princess Mary say?’ 

Woe from wit, een verrukkelijk lichtvoetige komedie met een venijnige afdronk, is niet verkrijgbaar in het Nederlands. Misschien denkt u nu: ja, nogal fucking wiedes! Natuurlijk is dat niet te krijgen, een Russische komedie – de Russen staan nogal bekend om hun gevoel voor humor! – uit de negentiende eeuw, en geschreven in vérzen. 
Ik zal de scepticus nog wat extra munitie geven: in Rusland geldt Woe from wit als een klassieker, omdat het werk verschillende staande uitdrukkingen heeft voortgebracht. Zinnetjes die Griboedov in 1823 schreef worden in 2020, bijna twee eeuwen later, nog altijd gebruikt door levende Russen. Dat is knap, dat is bijzonder, dat is voor ons leesplezier totaal irrelevant. 
Maar kijk, als je je ogen een beetje dichtknijpt en door de spleetjes naar de wereld van Woe from wit kijkt, zie je het heden. De dingen waarop Chatsky zijn ironie loslaat zijn veranderd, maar het feit blijft dat je sommige dingen niet zegt. Ze zullen je vandaag niet zo snel meer gek verklaren, maar je kan net zo goed uitgestoten worden – precies zoals Famusov Chatsky aan het einde verzekert dat hij in heel Moskou geen open deur meer zal aantreffen, niet voor werk, niet voor plezier. 
Sommige dingen zeg je niet. Je speelt het spel volgens de regels, of je ligt eruit. Vladimir Nabokov stelde ooit voor om de titel van Griboedovs stuk te vertalen als Brains hurt, maar het is zeer de vraag of Chatsky wel zo intelligent is. Er bestaat namelijk ook zoiets als sociale intelligentie, het aanvoelen van wat gepast is en wat niet. Poesjkin, geciteerd in de inleiding van de nieuwe vertaling, stelde: ‘De eerste aanwijzing van een intelligent mens is dat hij in een oogwenk weet met wie hij te maken heeft, en dus zijn paarlen niet vergooit aan zwijnen.’ Zijn dit woorden die intelligente mannen gebruiken in een tijd van onderdrukking, als paranoia een gezonde voorzorgsmaatregel is tegen een enkele reis naar Siberië? Of zijn het intelligente woorden in elk land, in elke tijd? Dat maatschappelijk succes afhangt van de mate waarin je je plooit naar de macht. 

Het mooie van Woe from wit is dat de satire niet één duidelijk slachtoffer kent. Griboedov richt zijn pijlen op iedereen: de snob Famusov, de jonge meisjes die in zwijm vallen bij een woordje Frans, de weduwe die haar venijn verbergt onder een vernisje van christendom, en de nutteloze revolutionairen die Chatsky uitnodigen voor vergaderingen van hun geheime genootschapje. Een van hen, Zagoretsky, verzucht tegen het einde: 
I confess: I’m a passionate liberal, too.
You can’t imagine what I’ve suffered through
to speak out fearlessly, aching to be heard.
Maar de lezer weet beter. Eerder in het stuk huilde Zagoretsky lekker mee met de wolven in het bos, toen het ging over de gevaren van te veel kennis en het nut van boekverbrandingen. Wel heeft hij veel moeite gehad om gehoord te worden door de stokdove prins Tugo-Ukhovsky (‘Dear man, use your trumpet. Deafness is a vice!’) – dat was het enige moment waarop hij echt gehoord wilde worden. Spreken is niets, suggereert Griboedov. De meeste mensen zijn bang van de gevolgen, als ze ook nog eens gehoord worden. 

Wanneer zullen we dit stuk nog eens opgevoerd zien? Met een paar minimale wijzigingen kan Woe from wit (Wee door welsprekenheid?) naar de Vlaamse context verplaatst worden. De obsessie met het Frans wordt een overdreven bewondering voor ondernemers en hun jargonnetje. De geheime genootschappen worden websites met complottheorieën. Van de knipmessende secretaris maken we een journalist. 

Alexander Griboedov, Woe from wit. A verse comedy in four acts. Vertaling: Betsy Hulick. Columbia University Press, 2020. ISBN: 978-0231189798. Verkrijgbaar als paperback en in gebonden versie.

Naschrift 22/05/2002: Ik verneem dat er wel degelijk een Nederlandse vertaling bestaat: Lijden door verstand, van de hand van Michel Lambrecht, in 2001 verschenen bij uitgeverij Benerus. Bij de bekende internetboekhandels is het boek niet te vinden, maar het is blijkbaar nog wel te koop via de website van EPO. Veel dank aan Matthias Somers voor de correctie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten