Vriendschap, liefde en andere zaken waarnaar we beter niet zouden verlangen zijn de onderwerpen van Oud-Loosdrecht, van onbekende Nederlander Sipko Melissen.
De fictieve schrijver Wijnand Brandt wordt niet uitgegeven door De Bezige Bij Antwerpen. Toch overkomt hem hetzelfde als de echte schrijvers. Op een doodgewone zaterdagmiddag merkt hij dat in een Amsterdamse kunstenaarssociëteit de nieuwjaarsreceptie van zijn uitgeverij plaatsvindt. Hij kan het feestje zien door de ramen van het pand. Maar hij kan niet naar binnen. Geen uitnodiging. De niet al te best verkopende auteur is in alle stilte op straat gezet.
Zou de weinig bekende Nederlandse schrijver Sipko Melissen een en ander zelf meegemaakt hebben? Vroeger publiceerde hij bij Querido; de uitgever die zijn fictieve schrijver dumpt, heet Ypsilon.
Het zit Wijnand Brandt overigens echt niet mee. Eerder dat jaar is hij al aan de kant gezet door zijn partner van jaren. Met reden, overigens, want Wijnand kon niet kiezen tussen z’n rustige relatie met Eric en de mogelijkheden van de jonge Saïd – en hij verloor ze allebei. En nu dus de uitgeverij. Wijnands enige perspectief is een middernachtelijk spaghettifeestje, een spaghettata di mezzzanotte, bij zijn jeugdvriend Abe. De rest van de middag zal hij door Amsterdam zwerven. Dit is het kader van Oud-Loosdrecht.
Gestremden
In eerste instantie mijmert Wijnand vooral over de roman waaraan hij werkt. Die heet, je zag het aankomen, Oud-Loosdrecht en handelt over een intense jeugdvriendschap tussen een heterojongen en een homojongen. Over Wijnand zelf en Abe, dus. Kartonnen dozen revisited, met een toets Onno en Max uit De ontdekking van de hemel, want Wijnand en Abe waren tienerjongens van het zelfingenomen soort, met grote woorden en inzichten.
Dat zij op hun lange nachtelijke wandelingen nooit iemand tegenkomen geeft hun een superieur gevoel en een besef oneindig ver verwijderd te zijn van de Hilversumse lanen, “waar de gestremden wonen die hun tuinen verzorgen”’.
Voor Wijnand is dit deze misgelopen liefde bepalend geweest. ‘We hadden elkaar gevormd en, tot op zekere hoogte misschien, ook misvormd.’
Belangrijk voor de lezer is dat Melissen zinnige dingen zegt over jeugdvriendschappen in het algemeen. Over de intensiteit daarvan, en hoe vrienden op latere leeftijd met elkaar omgaan: elkaar eigenlijk té goed kennend om nog makkelijk contact te maken.
Een positievere invalshoek is er ook. Vriendschapsbanden trekken zich niets aan van tijdsverloop en ouderdom, merkt Wijnand. Tegenover Abe gezeten, ziet hij de achttienjarige in de kale man: ‘de achttienjarige was veel dominanter in hem aanwezig dan welke leeftijd ook’. En zo komt ook de aloude opdeling tussen lichaam en geest weer eens aan de orde:
Het lichaam had geen boodschap aan wat we allemaal voelden en wilden. We waren gespleten wezens. Terwijl het lichaam onderhandelt met de dood over uitstel van executie, denkt onze ziel eeuwig te zijn.
Onderdak
De roman begint met een schrijver die zijn uitgeverij kwijtraakt omdat hij onvoldoende verkoopt. Als reactie daarop ontwikkelt Melissen de gedachte dat de literatuur slecht ‘een kleine gemeenschap’ nodig heeft. Hoge verkoopscijfers zijn voor een goed boek niet nodig: ‘een dorp van drieduizend inwoners’ volstaat. Her en der keert die gedachte terug. ‘Van het ene moment op het andere voelde ik mij totaal alleen, (...) zonder dak waaronder ik kon schuilen’, denkt Wijnand eerst nog. Maar later: ‘De wereld die Plato bij monde van Socrates had opgeroepen was een prachtige poëtische wereld waarin Wiland [d.i. Wijnands literaire alter ego] onderdak had gevonden.’ En: ‘Als je zo’n verhaal in gaat, dan kom je een andere wereld binnen, een wereld waar je zelf niet woont. Je zou er ook niet kunnen of willen wonen, maar je loopt erin rond, zoals je op vakantie in een andere omgeving rondloopt.’
In het tweede deel van de roman trekt Wijnand een tijdlang op met drie Italiaanse toeristen die op zoek zijn naar een goed Italiaans restaurant. Eén van de toeristen wekt Wijnands belangstelling: ‘Zijn ogen moest ik voorlopig vermijden.’ Een zeer licht erotisch geladen dwaaltocht à la Het dwaallicht, kortom.
Maar dat is, zoals gezegd, slechts het kader. Er komt veel langs in dit boek. Psychologie, meta-proza, poëzie en filosofie: dit is een roman waaruit je iets opsteekt. En veel van de ideeën die Melissen de revue laat passeren, zetten je echt aan het denken.
De passage over Diogenes, bijvoorbeeld, de filosoof in de ton, die zich afvroeg wat wij in het leven écht nodig hebben. Kunnen we ons neerleggen bij de wijsheid dat we best zo weinig mogelijk bezitten, want ‘het is draaglijker en gemakkelijker niet te krijgen dan te verliezen’? Alleen maar the bare necessities, om de grote filosoof Baloe de beer te citeren?
Het zijn boeiende denkpistes, al wijst alles in deze roman, tot en met het bitterzoete einde, op een finaal ‘nee’. De mens wil altijd die dingen waarvan het verlies hem pijn zal doen. Hij krijgt zijn gevoelens nooit helemaal onder de knoet.
Door de nogal ouderwetse maar adequate stijl, wekt Melissens boek de indruk weinig ambitieus te zijn. Bij nadere beschouwing blijkt Oud-Loosdrecht een boek waarin je nooit precies weet wat het volgende hoofdstuk zal brengen: een flashback of een ontmoeting, de romanrealiteit of de roman-in-de-roman, een filosofische uitweiding of een bruuske verandering van stemming. Sipko Melissen verrast zijn lezer hoofdstuk na hoofdstuk. Oud-Loosdrecht is een dorp waarin ik graag gewoond heb.
Sipko Melissen, Oud-Loosdrecht.
Van Oorschot, 198 blz., € 17,50
Deze recensie schreef ik voor De Standaard.

Ik ben het zo met je eens! Geweldig mooi boek, 'traag maar gestaag' om maar eens een oude uitdrukking te gebruiken. Het is 'in' om oude klassiekers uit de kast te halen, boeken als 'Een Dwaze Maagd' zijn ineens hip (klotewoord maar ik kan niet anders) omdat ze niet zo 'flitsen' en traag in opzet een verhaal vertellen... Als schrijvers dit nu doen kraait er geen haan naar natuurlijk. Toch wel een beetje om kwaad van te worden maar soit:
BeantwoordenVerwijderenHierom vond ik Oud-Loosdrecht een geweldig boek:
De niet zo goed verkopende schrijver Wijnand Brandt loopt op een donkere vooravond in december voorbij zijn uitgeverij. Vanachter de verlichte ramen ziet hij dat daar een hoogst gezellig feestje aan de gang is. Een feestje waar hij niet op uitgenodigd is, waarop hij niet meer welkom is. Hij hoort niet meer bij het selecte clubje, hij heeft de bons gekregen. De reden: het onderwerp van zijn boek (met de titel Oud-Loosdrecht) 'verkoopt' niet meer, past niet meer in deze tijd. Het moet anders, flitsender, beter. Maw hij moet ermee stoppen en opnieuw beginnen.
Vanaf dit moment volgen we Wijnand, zwervend door de stad, eerst alleen , later in gezelschap, wachtend op een middernachtelijk spaghettifeestje. (Ik ken Amsterdam enkel als toerist, maar de sfeerbeelden vond ik heel erg geslaagd, heel fijn om te lezen).
We volgen ook zijn mijmeringen en die brengen de lezer naar zijn jeugd, waar de (platonische) vriendschap met zijn vriend Abe het allerhoogste goed was. De gemiste erotiek in deze mooie jongensvriendschap weegt nog steeds op hem.
Binnen dit kader slaagt Sipko Melissen erin via deze mijmeringen heel veel aan bod te laten komen. Poëzie (bv de gedichten van Kavafis gebruikt hij om de gemankeerde erotiek in de verf te zetten, Diogenes (de filosoof die in een ton leefde) gebruikt hij om na te denken over de vraag wat een mens echt nodig heeft, Anna Karenina , het laatste avondmaal, Seneca en de Stoïcijnen, Medea.... allemaal passeren ze de revue. Heel boeiend, heel mooi gedaan.
Ook filosofische vragen zoals 'wat is liefde ', 'hoe werkt vriendschap' en andere onderwerpen zoals de vraag 'voor wie schrijft een schrijver, ben je een schrijver als je voor één persoon schrijft? komen uitgebreid aan bod.
Net zoals het boek van Wijnand Brandt niet flitsend was, zo is ook het boek van Sipko Melissen (beide boeken hebben dezelfde naam) traag van opbouw. De schrijver neemt zijn tijd om samen met de lezer eens na te denken over dingen. Heel rustig en kalm, niet hoogdravend of elitair. Een boek dat ik zeer graag gelezen heb. En net zoals het boek van de hoofdpersoon zal ook dit boek geen potten breken in de best-sellerlijsten. Maar is dit nodig? Nee, ik ben blij dat schrijvers nog eens rustig de tijd willen en kunnen nemen om stil te staan. Ik ben blij dat er ook nog boeken uitgegeven worden die het voor de verandering eens niet van het verhaal moeten hebben.
Voor iedereen die hier ook zo over denkt is dit werkelijk een mooie aanrader!