Voor ‘Doorlezen of niet?’ lees ik de eerste 50 bladzijden van een (meestal recent) boek, breng verslag uit van mijn leeservaring en beantwoord ten slotte de vraag: lees ik door in dit boek... of toch maar niet?
Vandaag: Eis het onmogelijke van Slavoj Žižek (Leesmagazijn, 172 blz., € 14,95)
Wie? Wie Slavoj Žižek voor het eerst aanschouwt, ziet een dikke, baardige man, die zich uitdrukt in een hoogstpersoonlijke vorm van het Engels en die in rap tempo grote theorieën verkondigt. Hij is filosoof en auteur van o.a. Eerst als tragedie, dan als klucht en Violence. Eind mei verschijnt bij Boom zijn Event. Geschiedenis van de gebeurtenis.
Buzz? Nee.
Wat was de vraag? Weet iemand wat die zin over de utopie betekent?
De eerste vijftig bladzijden... Volgens uitgeverij Leesmagazijn is Eis het onmogelijke ‘een toegankelijke introductie’ op Žižeks werk. Om precies te zijn gaat het hier om een interviewboek. Een ploeg Zuid-Koreaanse interviewers legde Žižek op de rooster en zijn antwoorden waren telkens zo lang, dat ze zich laten presenteren als hoofdstukken: 34 in totaal.
De vragen zijn uiteenlopend. ‘Wat moet de politiek vandaag de dag doen?’ bijt de spits af. ‘Wat voor soort waarden moeten we koesteren’? Wat vond Žižek van de Arabische Lente? Vaak wordt hij om verduidelijkingen gevraagd bij eerdere uitspraken. En even vaak verzeilt Žižek met zijn antwoorden in onverwachte gebieden: het neokolonialisme van China, slavernij in Dubai, de toekomst van de Amerikaanse staatsschulden of van Noord-Korea.
Žižek flirt met het apocalyptische. Uitholling van de democratie, bio-ethiek, opwarming van de aarde... – we leven, volgens hem, in gevaarlijke maar interessante tijden. Een rode draad door zijn opmerkingen is echter dat we niet alles in beschaafde stilte hoeven te ondergaan. We zijn ‘veel vrijer en verantwoordelijker dan we denken’, ‘in de verschrikkelijke zin dat we moeten beslissen’. Moéten beslissen, dus.
Hoe gelezen?
Beetje ademloos, hè? Žižek heeft zo’n hoge “denksnelheid”, je bent als lezer altijd op achtervolgen aangewezen. Hij gaat ook zelden de richting uit die je verwacht. Vragen de interviewers naar de aantastingen van de privacy, dan denk je: daar zullen we Facebook hebben – maar volgens Žižek leven we juist in een tijd die het openbare, en niet het privé-leven heeft aangetast. En die theorie loopt uit op een verdediging van Richard Nixon, ‘een schurk’, maar ook ‘de laatste (...) die met waardigheid heeft gestreden’. Verrassend.
Er staan in die eerste vijftig bladzijden ook “theorettes”. Je neemt twee feiten die min of meer op hetzelfde wijzen en je extrapoleert daaruit een hele theorie. Bombastiek op drijfzand. (De term “theorette” heb ik jaren geleden gepikt van Humo-columnist Rudy Vandendaele en komt vaak van pas. Zou echt in het woordenboek moeten staan.)
Sommige uitspraken van Žižek klinken zo diepzinnig dat ze zichzelf vacuüm zuigen, ergo leeg blijken. Neem nu dit:
De les van Wall Street is voor mij dat de echte utopie niet betekent dat we een andere samenleving kunnen hebben. De echte utopie is de manier waarop de dingen zijn, dat ze oneindig lang op dezelfde manier kunnen doorgaan.
Ik heb die passage nu al zeker zes keer gelezen en overdacht, en volgens mij staat er nog altijd helemaal niets. (Voor de lol kun je ook de Jeroen Brouwers-onzinproef doen en in bovenstaande zinnen ‘utopie’ vervangen door ‘kroket’.)
Doorlezen?
Zinnig of onzinnig, Eis het onmogelijke bevat veel stimulerend denkwerk. Om eerlijk te zijn, ik zit momenteel al veel verder dan die eerste vijftig bladzijden. Ja, dus.
Vrijdag:
doorlezen of niet in Lot van Chrétien Breukers?

Geen opmerkingen:
Een reactie posten