vrijdag 17 april 2015

Interview // Wim Brands over 21ste-eeuwse schrijvers

Er is geen tekort aan bundelingen met jong talent. Het verschil zit ‘m vaak in hoe ruim de selectie mag zijn: twintig schrijvers, of dertig, of in het extreme geval van de Das Magazin-bundeling vorig jaar, slechts tien. Wim Brands, dichter en presentator van het VPRO-programma Boeken, koos er maar liefst zestig voor De Nederlandse literatuur van de 21ste eeuw. Enkele vragen.

Waarom een nieuwe best of van jong Nederlands en Vlaams literair talent? 
‘Toen uitgeverij Atlas Contact mij vroeg om een bloemlezing te maken van proza-auteurs die zijn gedebuteerd tussen 2000 en 2015, was mijn eerste reactie: wat is daar het nut van? Het kaf van het koren scheiden, terwijl de meeste van die schrijvers hun beste werk nog moeten schrijven? Maar later begreep ik begreep dat het een manier kon zijn om jongeren aan het lezen te krijgen. Toen ik op school zat, bestond er iets dat ‘Bulkboeken’ heette: spotgoedkope romans, gedrukt als een krantje. Zo heb ik veel goede boeken leren kennen. Maar Bulkboeken bestaat niet meer. En moest ik nog twintig boeken lezen op school, dan is er vandaag zelfs geen sprake meer van een leeslijst. Ik zie mijn boek dus eerder als leesbevordering.’ 
‘Daarnaast komt het ook vaak voor dat ik bij een lezing spreek over jonge schrijvers, vaak met een mooie staat van dienst, die bij geen mens een belletje doen rinkelen. Gisteren nog, in een boekhandel in Rotterdam: slechts twee mensen daar kenden Annelies Verbeke.’ 

Er is nochtans ontzettend veel aandacht in de pers voor debutanten. Is er dan niet gewoon een gebrek aan belangstelling, in plaats van gebrek aan informatie, of opvoeding? 
‘Nou overdrijf je, hoor. Literaire kritiek heeft veel minder ruimte dan vroeger. En daarnaast zijn we in een hypecultuur terechtgekomen: iedereen stort zich op hetzelfde boek en de rest van het aanbod, de boeken die vroeger best wel een paar duizend exemplaren verkocht zouden hebben, verdwijnen in het niets.’ 

Het boek is samengesteld door u én uw dochter. Hoe ging dat? 
‘We hebben fragmenten gezocht die ten eerste op zichzelf konden staan en ten tweede samen een mooie collage zouden opleveren. Mijn dochter koos vaak betere fragmenten, moet ik zeggen. Volgens mij is dat de invloed van al die goede Amerikaanse series: ze zag meteen de fragmenten die je kunt presenteren als een trailer, met een dramatische handeling op zichzelf. En dat beviel me wel. De kundig geschreven maar melancholische roman, ik heb daar steeds minder geduld mee.’ 
‘Ik ben heel aangenaam verrast, door onze schrijvers. Ze zijn bijvoorbeeld helemaal niet zo navelstaarderig als mensen altijd beweren. Lotte Vekemans schrijft over het leven van een Poolse vrouw, Hannah van Munster over de Bijlmerramp, en één van de geselecteerde schrijvers komt uit Estland. Ze schrijft over de instorting van de Sovjetunie maar ze behoort wel tot onze literatuur. Die is veel gevarieerder dan je denkt – en meer dan in mijn tijd!’ 

Is zestig namen niet erg veel? Hoeveel talent kún je hebben, in een piepklein taalgebied en in amper vijftien jaar? 
‘Ik had een heel, heel dunne bloemlezing kunnen maken, met het beste van het beste – maar canonvorming boeit me niet. Er staat in het boek bijvoorbeeld een heel mooi fragment uit het debuut van Daphne Huisden. Jannie Regnerus, die als schrijfster al meer heeft bewezen, staat niet in het boek. Daar heb ik al kritiek op gekregen, maar het punt is: dat fragment van Daphne Huisden was gewoon sterker. Het gaat me niet om de schrijvers, wie wel en wie niet: het gaat om de teksten. Ik wil dat mensen zich tot literatuur kunnen verhouden, er iets bij voelen, erover willen nadenken. En wie die teksten schrijft, is minder belangrijk. Mijn boek is geen hitparade, het is een staalkaart van onze literatuur vandaag.’ 

Op de nieuwssite Tzum zei u dat u graag het boekenprogramma van de VPRO zou “uitbreiden” naar Vlaanderen. Hoe concreet is dat? 
‘Hoe graag ik het ook zou willen, niet concreet. Ten eerste snappen televisiemensen niet dat je voor een goed programma alleen maar twee mensen, twee stoelen en een tafeltje nodig hebt. En ten tweede geloof ik dat de literatuurliefhebbers zelf het niet willen. Ik heb al regelmatig aan mensen in Vlaanderen gezegd dat ik mijn programma makkelijk iets Vlaamser kan oriënteren: het kost geen moeite en amper geld. Maar ik heb de indruk dat men er geen inspanning voor wil doen. Alsof ze het wel prettig vinden, om door de televisie te worden genegeerd. Iedereen in zijn loopgraaf en gezellig klagen.’ 

Dit interviewtje, naar aanleiding van Wim Brands' bloemlezing De Nederlandse literatuur van de 21ste eeuw. De nieuwe schrijvers van het nieuwe millennium (Atlas Contact, 329 blz., € 19,99) verscheen in de Standaard der Letteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten