Wat als Hitler de oorlog gewonnen had?
Het is een what if? die al meerdere schrijvers inspireerde. In The plot against America (2004) laat Philip Roth de Amerikaanse president een pact sluiten met Hitler. Harry Mulisch werkte aan een boek over een Nederlandse schrijver die, in een wereld waar Hitler als overwinnaar uit WO II kwam, een boek over de tegenovergestelde situatie schrijft (De toekomst van gisteren, 1972). Het bekendste voorbeeld is echter The man the high castle, van Philip K. Dick, uit 1962.
Dick (1928-1982) is één van die zeldzame sciencefictionschrijvers met naam buiten “het wereldje”. Zijn werk is opgenomen in de prestigieuze Library of America, een reeks gebonden boeken met het beste van de Amerikaanse literatuur, van Mark Twain over Kate Chopin tot Philip Roth. En iedereen kent de titels, door de verfilmingen: Minority Report, A scanner darkly, Blade Runner...
The man in the high castle, een tiendelige reeks bekostigd door de online-retailer die boekhandelaren overal ter wereld op de hoogste kast jaagt, wordt gepresenteerd als een project van Blade Runner-regisseur Ridley Scott. Niettemin is hij slechts executive producer; de serie is de creatie van Frank Spotnitz, die zijn strepen verdiende bij The X-Files.
Dicks roman speelt in de jaren 1960, in wat ooit de VS was en nu een gebied verdeeld in een Duitse en een Japanse zone. Zoveel jaar na het einde van WO II is het verzet natuurlijk nog maar een marginale activiteit. Toch broeit er iets. Dat komt door het boek The grasshopper lies heavy, van ene Hawthorne Abendsen. Het is een what if?-roman over hoe de wereld er uit zou zijn als de Nazi’s de oorlog verloren hadden. Is het dan sciencefiction, vraagt één van de personages. Nee, luidt het antwoord en wat volgt is een beschrijving van zowel The grasshopper lies heavy als The man in the high castle:
No science in it. Nor set in future. Science fiction deals with future, in particular future where science has advanced over now. Book fits neither premise.
Het boek veroorzaakt onrust, ook bij de Duitsers, die een huurmoordenaar uitsturen om de auteur van Grasshopper het zwijgen op te leggen. Onderweg pikt de huurmoordenaar een jonge vrouw op, Juliana Frank, een bewonderaarster van Abendsen. Zij moet een dekmantel vormen, maar geleidelijk snapt Juliana wat er op het spel staat.
In de tv-reeks is het omstreden boek een film geworden. Het Verzet smokkelt filmspoelen waarop beelden te zien zijn die wij, het publiek, onmiddellijk herkennen: beelden van een wereld waarin de Geallieerden WO II wonnen. Waar komen die films vandaan? Hoe konden ze gemaakt worden? Dat is het mysterie, en natuurlijk wordt dat nog niet volledig ontsluierd in dit eerste seizoen van de reeks.
Juliana Frink is in de reeks opgewaardeerd tot hoofdpersoon: zij raakt betrokken bij de smokkel van de filmspoelen en gaat later undercover bij de Japanners.
Wat boek en serie gemeen hebben, is de aandacht voor de cultuur-clash tussen Japanners en Amerikanen. Voor de Japanse bezetters is de hele vooroorlogse Amerikaanse cultuur antiek, te vergelijken met de cultuur van de native Americans. Daarom is het voor Robert Childan, antiquair, van groot belang in een goed blaadje te staan bij jonge, kapitaalkrachtige Japanners. Hij praat hen zo subtiel mogelijk naar de mond, maar dit is koorddansen van de gevaarlijkste soort: niet alle Japanners zitten te wachten op die vrijwillige onderworpenheid en vinden haar onsmakelijk.
Soms botsen de culturen, soms vinden ze elkaar. De Japanse cultuur heeft zich geënt op de Amerikaanse: zo laten zowel een Japans als een Joods personage zich bij het nemen van beslissingen helpen door de I Ching, een Chinees orakelboek. De culturen zijn een mengvorm aan het creëren, ondanks het feit dat er in de praktijk Apartheid heerst: in een vol restaurant moét een blanke klant plaats ruimen voor Japanners.
Dick probeerde in zijn boek de diepe krochten van het fascisme te peilen. Het wereldbeeld van de Nazi’s is ‘kosmisch’, besluit hij:
Er is daar geen mens, geen kind, alleen maar abstractie: ras, volk. Volk. Land Blut. Ehre. Geen eervolle mensen, maar Ehre zelf, eer: het abstracte is echt, het reële is onzichtbaar voor hen. (...) En dat is fataal voor het leven. Uiteindelijk zal er geen leven meer zijn; ooit waren er alleen stofpartikeltjes in de ruimte, heet waterstofgas, niets meer en zo zal het opnieuw zijn.
De vernietiging, meent Dick, zit ingebakken in het fascisme: niet alleen van anderen, maar ook van zichzelf. Daarom zijn ook Duitsers in de ban van Grasshopper: de ondergang van het nationaal-socialisme is, als ze heel eerlijk zijn, heldhaftiger dan de realiteit van de overwinning.
Dat is allemaal erg boeiend (en het loopt opvàllend parallel met wat Mulisch schreef in zijn boek), maar voor televisie was een andere insteek nodig.
Het antwoord lijkt te zijn: een alternatief. Dat is wat Grasshopper en de films zo gevaarlijk maakt: zij beschrijven/tonen een radicaal andere wereld. En vooral bij de films is dat meer dan een hersenspinsel. Het is een realiteit, en die oogt een stuk aantrekkelijker van degene waarin de personages moeten leven.
The Man in the High Castle laat zich bekijken als een pleidooi voor meer ideologie. Wat de realiteit verandert, is niet het gepeuter in de marge, maar een radicaal andere manier om ertegenaan te kijken. De reeks is het beste als personages gedwongen worden om “nee” te zeggen. De onderdanige antiekhandelaar die een keer te veel geschoffeerd wordt door zijn Japanse klanten. De ultravoorzichtige Jood, die na de moord op zijn zus en haar kinderen uit is op wraak.
The man in the high castle is spannend en griezelig, omdat we niet zeker zijn van de afloop. Van eender welke WO II-film kennen we het einde. We weten hoe Holocaust-films verlopen, helaas. Maar als een Joodse vrouw en haar kinderen worden opgesloten in een “wachtkamer” met airconditioning, als middel om haar broer onder druk te zetten, weten we niet of ze het zullen overleven. We kunnen alleen maar toekijken. De kinderen zitten voor de zwart-wit-tv, de moeder kijkt argwanend en angstig naar de roosters van de verluchting. Het is Mad Men met Zyklon-B. Een zeer, zeer onaangename scène.
De serie als geheel haalt nog niet het niveau van het boek. Je voelt de makers nog rondtasten: hoeveel actie moeten ze inlassen om dit mysterieuze verhaal gaande te houden zonder de interesse van de kijkers te verliezen? De dialogen volgen ook net iets te vaak de gebaande paden. Maar boeiend blijft het wel, en aan het eind van het eerste seizoen hebben Spotnitz en zijn ploeg alle verhaallijnen uit Dicks roman opgesoupeerd. De productie van een tweede seizoen is bevestigd, en dat wordt dan ook de lakmoesproef.
Die proef heeft Philip K. Dick al decennia geleden gehaald, met een beklemmende roman die peilt naar de zwarte ziel van het nationaal-socialisme, met meer spiritualiteit dan scifi. Bij uitgeverij Lebowski is nu een nieuwe vertaling verschenen: De man in het hoge kasteel. Goed nieuws. In de jaren ’60 en ’70 is Dick weggezet als pulpschrijver, terwijl er op zijn stijl en diepgang weinig valt af te dingen. What if dààr nu eens verandering in kwam?
Seizoen 1 van The man in the high castle is te bekijken op Amazon.co.uk, enkel voor Amazon Prime-abonnees.
Van Philip K. Dicks The man in the high castle is een nieuwe herdruk verschenen bij Penguin. Prijs: € 11,94. De nieuwe vertaling, De man in het hoge kasteel, is van de hand van Irving Pardoen, is net uit bij Lebowski en bevat een voorwoord van Ursula K. Le Guin. 340 blz., € 19,99. De vertalingen in dit artikel heb ik zelf gemaakt en zijn niet die van Irving Pardoen.
Dit artikel schreef ik voor de Standaard der Letteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten