In Goed volk (Magonia, 159 blz., € 17,95) bundelt Arthur Japin (Een schitterend gebrek, Vaslav...) een verzameling dagboek-achtige aantekeningen, onder de noemer “reisverhalen”. De beste vind je in de tweede helft van het boek. Japin laat ons daar kennismaken met mensen die hij onderweg tegenkomt, in Georgië en Italië, Kenia en Zwitserland. Een klokkenluider in Lausanne, een homorechtenactivist in Warschau... – het zijn vaak opmerkelijke figuren, en Japin tekent hen snel en scherp.
De eerste helft van het boek wordt jammer genoeg gedomineerd door de schrijver zelf. Japin is gewoon te aanwezig. Altijd is hij de man die iets sneller begrepen heeft of iets beter invoelt dan de rest van het gezelschap, of het nu gaat om Nederlandse toeristen, een minister of de hele bevolking van Ghana (die van Japin een lesje in “empathie” krijgt). Intussen blijft hij maar opscheppen over zijn belang als romanschrijver. Er wordt in dit boek wel veel gereisd, maar de blik is meestal op de eigen navel gericht.
Geschreven voor Winq.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten