vrijdag 17 februari 2017

Recensie // Een ‘Gimmick!’ voor de 21ste eeuw

De Nederlandse bestsellerauteur Kluun (Raymond van de Klundert) publiceert zijn eerste roman in zes jaar. 

Gemotiveerd door een writer’s block en een peperdure vechtscheiding, aanvaardt bestsellerschrijver Kluun het voorstel om een oude vriend uit zijn studententijd te interviewen. Thorwald van Gestel is intussen DJ Thor geworden en staat op het punt verkozen te worden tot populairste dj ter wereld. Kluun vliegt naar Las Vegas, waar Thorwald resident dj is in club WonderWhy. Binnen 24 uur drinkt Kluun de duurste alcohol ter wereld en zit hij in één ruimte met FIFA-bonzen en rijke Saoedi’s.
DJ Thor blijkt een verwend kind, met meer interesse voor vrouwen en drugs dan voor het interview dat hij heeft toegezegd. De onervaren Kluun raakt diep in de problemen, want hij wordt opgejaagd door de televisiemaatschappij die hem betaalt, de uitgever die een familieroman van hem eist en een ex die geen strobreed meegeeft. En niet alleen het hufterige gedrag van de dj steekt stokken in de wielen. Kluun mag een kijkje nemen achter de schermen, maar beelden mag hij niet schieten, en de ontnuchterende feiten die hij te horen krijgt, zijn allemaal off the record.
Glamour kan alleen maar bestaan met die muur tussen de buitenwereld en de feiten. De muur wordt echter gesloopt, als een compromitterend filmpje van Thor op het internet belandt. ‘Na Ten Million Dollar Man ging Thor nu ook als Twelve Inch Man door het leven.’ En dan ruikt Kluun zijn kans. Het boek had ook Haantjes kunnen heten, zoals een vorige roman van Kluun, want haantjesgedrag bij mannen is het thema dat hij het best in de vingers heeft.
Kluun (de auteur, niet het personage) haalt veel spanning uit het manipuleren van de sympathie van zijn lezers. Nu eens kunnen we alle begrip opbrengen voor Kluuns frustraties, dan weer zien we de menselijke, naar het einde toe zelfs grootse kant van Thorwald. Knap gedaan.
De voornaamste bron van spanning is die tussen het glamourleven en de alledaagse realiteit (verplichtingen, kinderen, etc.) die aan de personages trekt. In feite begint Kluun met de beschrijving van hogergenoemde muur, om daarna te tonen dat er geen verschil is tussen vóór en achter de muur: uiteindelijk komt alles neer op verhoudingen tussen ouders en kinderen. (Treffende verwoording, met ingebouwde alliteratie: ‘Of je als man nu in Californië, Katwijk of Qatar woont: nergens ter wereld is het prettig om aan je echtgenote(s) te moeten opbiechten dat je een kind hebt verwekt bij een prostituee.’) Ik ben er nog niet uit of ik dit een bourgeois moraaltje vind, maar het leidt wel tot sterke beelden. Zo is er het moment waar Thorwald, in het flatje van Kluun, de speech oefent voor een prijsuitreiking. Als microfoon gebruikt hij het allerkneuterigste, minst glamoureuze object denkbaar: een Hema-kaars.
Er zit minstens één passage in dit boek die iedereen zou moeten lezen. Op Burning Man bewijst DJ Thor dat hij meer kan dan rotcommerciële EDM draaien. De beschrijving van zijn DJ-set daar is een stilistisch meesterstukje: de verrassing en de euforie knallen van de pagina’s. In die scène (en in verschillende andere) heft Kluun zich naar het niveau van Joost Zwagerman. Het is, neem ik aan, geen toeval dat Thorwald uit het dorpje Raamsdonksveer komt. De held uit Zwagermans roman Gimmick! (1989), die thematisch vergelijkbaar terrein bestrijkt, heette Walter van Raamsdonk.

Kluun, DJ.
Podium, 320 blz., € 19,99 (e-boek inclusief).
Deze recensie schreef ik voor De Standaard.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten