zaterdag 7 oktober 2017

Bemiddelaar

Geachte heer Rajoy, geachte heer Puigdemont,

Met grote belangstelling nam ik kennis van de recent uitgescheven vacature voor bemiddelaar. Met grote belangstelling en groot genoegen, want het wordt hoog tijd, nietwaar?, dat er iemand tussen u beiden bemiddelt. U hebt de vacature dan wel niet zelf uitgeschreven – dat deden de Europese media in uw plaats – maar geef toe: u bent er stiekem mee in uw nopjes. 

Op het bijgevoegde cv vindt u alle info over mijn loopbaan tot op heden. Niets om over naar huis te schrijven, ik weet het. Germaanse gestudeerd, literatuur gerecenseerd, klusje hier, tekstje daar, boekje ginder. Ik schrijf deze sollicitatiebrief hoofdzakelijk omdat ik denk dat wij elkaar, qua karakter, heel goed gaan liggen. 
Meneer Puigdemont, u wordt gehaat en misprezen in zowat heel Spanje. Meneer Rajoy, u wordt veracht en verwenst in Catalonië en trouwens ook in grote delen van Spanje. En ik word gehaat, misprezen, veracht en verwenst onder Vlaamse schrijvers. Ik wil maar zeggen: ik ken uw pijn. Ik weet hoe verslavend ze is. Leuk hé, gehaat worden? Daar voel je je zo lekker superieur bij.
Toegegeven en tot mijn grote chagrin, ik ben nooit een fascist genoemd. Dat is trouwens mijn eerste raad aan u: zullen we daar eens mee stoppen? Elkaar fascisten noemen? De Catalaanse separatisten zijn geen fascisten. Mochten de straten in Catalonië doordrongen zijn van xeno- en homofoob geweld, ik was al lang verhuisd. Het Catalaanse nationalisme bestrijkt het hele politieke spectrum, van extreem-links tot rechts. (Niet tot extreem-rechts. Het spijt me u erop te moeten wijzen, meneer Rajoy, maar extreem-rechts staat doorgaans aan uw kant.) Het Catalaanse nationalisme is een vreedzame, haast utopische beweging. Stop met die mensen fascisten te noemen. Maar omgekeerd, laten we ook stoppen met het politieopreden van vorige zondag fascistisch te noemen. Politiegeweld bestaat ook in linkse dictaturen. Een uit de hand gelopen politieoptreden staat niet gelijk aan het bezetten van Polen en het oprichten van uitroeiingskampen. 
Hebt u op mijn cv gezien dat ik Vlaming en Belg ben? Wij zijn een volk van schipperaars en onderhandelaars, heren. Zelfs onze separisten zijn niet erg happig op een Vlaamse staat. Terwijl u beiden, Don Quichot-gewijs, op de windmolens afstormt, zijn wij eerder Sancho Panza, niet al te slim en ons bedienend van een maf taaltje, toekijkend vanop dat ezeltje en waarschuwend:dat komt niet goed, heer. 
Want het komt niet goed. Toch niet voor u beiden. Kijk, mijn positie is anders. Catalaanse onafhankelijkheid? Lijkt mij een puik plan. Daar zit namelijk een mooi boek voor mij in. Ik zie het voor me: een dagboek van het eerste jaar in een nieuwe staat. Als titel dacht ik aan Utopia brava, verwijzend naar het boek van Thomas More en de patatas bravas. Of anders Dos cervezas y mi propio país, por favor (Twee pintjes en mijn eigen land, alsjeblieft). Mijn vingertoppen tintelen al van de voorpret. 
Ik denk dat een onafhankelijke Catalaanse staat een boeiend experiment in democratie kan worden. Ze wordt zeker democratischer dan de stroeve, door de Katholieke Kerk en corruptie afgeremde Spaanse staat. Mijn excuses, meneer Rajoy, voor de harde woorden. En mijn excuses ook aan u, meneer Puigdemont, want de waarheid heeft haar rechten: die Catalaanse staat, dat zou wel eens een amechtig beestje kunnen zijn. Een Rocinant, zo u wil. Losgesneden van Europa. Economisch verzwakt. In voortdurend conflict met de gefrustreerde buurman. U weet hoe moeilijk dat wordt. Maar u, meneer Puigdemont, staat aan het hoofd van een bij de vorige verkiezingen flink gekrompen partij. En u, meneer Rajoy, staat aan het hoofd van een partij die bij de vorige verkiezingen voor het eerst geen absolute meerderheid behaalde. U zoekt allebei het conflict op om het electorale tij te keren. Heren, u bent elkaar waard in cynisme. 
Het is niet moeilijk de Catalaanse kiezer te snappen. Meneer Rajoy schreeuwt dat de voorstanders van een referendum fascisten zijn – dat punt hebben we al behandeld – en dat ze geen recht hebben om te stemmen. Natuurlijk gaat iedereen dan “ja” stemmen. Emotioneel begrijpelijk, maar toch niet erg verstandig. Een beetje lange-termijndenken zou de gemiddelde Catalaan goed doen. Ik vrees, meneer Rajoy, dat u niet aanvoelt hoe vanzelfsprekend de onafhankelijkheid hier geworden is. Men spreekt erover alsof ze al een feit is, en men verbaast zich erover dat de Spanjaarden nog steeds tegenspartelen. Over hoe die staat er moet uitzien, hoor je niemand. 
Dus heren, ik hou me ter beschikking. Ik stel voor dat we ons afzonderen in een kamer met een goede dvd-speler. Ik breng mijn The West Wing-boxset mee; als u niet tot staatmanschap geïnspireerd raakt door president Josiah Bartlet aan het werk te zien, dan zal het nooit gebeuren. Ik wil ook graag een schouder zijn om op te wenen. U beiden hebt vast een vreselijke kindertijd gehad: jij met je deerniswekkend slissen, beste Mariano en jij met je Jommekeshaar, beste Carles. Ooit waren jullie jongens, maar aardige jongens. Nu proberen jullie titaantjes te zijn. Dat moet moeilijk zijn. Geef maar toe, jullie voelen je vaak alleen en verpletterd onder al die nutteloze ambities. Je eigen staat hebben. Een nóg betere lakei van Rome worden. Mijn hart gaat uit naar u. Ik weet dat jullie graag in een hoekje willen gaan zitten en het op een huilen zetten. Dat mag. In mijn “land” mag dat. En mochten jullie achteraf zo onder de indruk zijn van mijn scherpzinnigheid en fijngevoeligheid, dan wil ik eventueel het koningschap in overweging nemen. Ik ben er nog niet uit of de hoofdstad van mijn rijk Markdrid of Markcelona zou zijn, maar we komen er wel uit. 
Vol verwachting uitkijkend naar uw ongetwijfeld enthousiaste reactie, verblijf ik, 
met de meeste hoogachting,

Geen opmerkingen:

Een reactie posten