Oude rekeningen, nieuwe meesters
Als wereldwijd mensen in slaap vallen en niet meer wakker worden, krijgen de overblijvers onverwachte nieuwe kansen.
In Joost Devrieseres debuut Pest is het einde van de wereld weer eens nabij. Mensen vallen in een onverklaarbaar diepe slaap. Ziekenhuizen raken overspoeld, want de slapenden moeten gevoed en gehydrateerd worden, maar hun aantal overtreft ruimschoots de mogelijkheden. Wie krijgt prioritaire hulp? Wie niet?
Het klinkt als de start van een apocalyptische thriller. En inderdaad, fans van The Walking Dead kan ik verwijzen naar het hoofdstuk ‘Flagellant’, over een psychiatrische inrichting die wordt overgenomen door een despoot met een godcomplex. Niettemin neigt Pest eerder naar The Leftovers dan The Walking Dead. Het onverklaarbare, extreme uitgangspunt (‘The Big Sleep’, noemen de Amerikanen in de roman het, met een knipoog naar Raymond Chandler) is niet het onderwerp. In plaats daarvan exploreert Devriesere de reacties van gewone mensen op de nieuwe situatie. Psychologie boven spektakel.
Die reacties zijn behoorlijk schrijnend. De Iraakse dokter Oedai en de Vlaming Robert trekken er samen op uit om slapers naar het ziekenhuis te brengen. Hun wereld is ingrijpend veranderd, hun doel is hetzelfde en toch kan Robert niet over zijn racistische vooroordelen heen stappen. ‘Die vorte makakken horen hier gewoon niet thuis’, fulmineert hij, achter Oedai’s rug. Alles is anders, maar de mensen niet. Het komt Robert later nog duur te staan.
Alles is anders, met name de machtsbalans. Nu zoveel machtigen slapen, krijgen de verdrukten eindelijk hun kans... en meestal gaan ze voor wraak. Een mishandelde vrouw leeft zich uit op het slapende lichaam van haar man, als op een boksbal. Een extreemlinkse activiste heeft grootse plannen met de slapende lichamen van volgevreten burgers, ‘nu de heren dutten en de slaven het heel even voor het zeggen hebben’. Een gemaskerde vrouw neemt wraak op de filmcriticus die haar gevoelens gekwetst heeft met zijn kritieken. Denk aan iemand die ú iets heeft aangedaan. Denk u nu in dat die persoon weerloos ligt te slapen in zijn of haar huis. Hoelang weerstaat u aan de verleiding?
Pest is eigenlijk een vermomde verhalenbundel. Alle hoofdstukken/verhalen spelen zich af in hetzelfde dorp en in dezelfde context, maar van sommige vermoed ik dat ze al eerder geschreven waren en later in het slaap-idee ingepast werden. Zo heeft het verhaal van de filmcriticus niets te maken met de rest van het boek. Het doet er niet toe. Roman, verhalenbundel, whatever: Devriesere demonstreert in dit boek zijn sterke verbeeldingskracht. Hoogstens kun je hem verwijten dat hij enkele ideeën te snel loslaat. In ‘Ward en Co.’ wordt een internetoplichter klemgezet door een collega. Het verhaal breekt plots af, als Ward wordt doodgereden door een personage dat we kennen uit een ander hoofdstuk. Dat is niet netjes, zo’n betekenisloze deus ex machina, en bovendien: jammer. De gedwongen samenwerking tussen de twee phishing-experts en de aanwezigheid van Wards ex, hadden makkelijk een hele roman kunnen opleveren. Heeft Devriesere niet gezien dat deze set-up puur goud is?
Over stijl gaan we daarentegen niet zeuren. Devriesere heeft duidelijk zijn toon gevonden, aansporend tot snelle lectuur, maar gepunctueerd met de occasionele taalvondst en veel onderkoelde humor.
En na alle grimmige kleinmenselijkheid, landt Pest met ‘Pont’, een ontroerend verhaal over een ‘grijsaard’ en zijn dochter, de één op zijn sterfbed, de ander verwoed pogend om nog één keer echt contact te maken met haar vader. Pest is opgedragen aan Devrieseres vader, ‘voor die laatste nacht, toen we vader en zoon werden’. In dat laatste hoofdstuk is de ‘Big Sleep’ opeens niet meer een absurd idee om verhalen rond te schikken, maar een metafoor voor de dood. Voor de erg lange slaap en hoe die relaties op het laatste nippertje toch nog kan veranderen, machts- en andere verhoudingen aan het schuiven kan brengen. Ja, Pest heeft een hart.
Joost Devriesere, Pest.
Houtekiet, 297 blz., € 19,99
Deze recensie verscheen op 26 januari in de boekenbijlage van De Standaard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten