dinsdag 10 april 2018

Recensie // De nieuwe Bulnes

Miquel Bulnes gaat Louis Couperus achterna, met een roman over Al-Andalus, oorlog en de dingen waarvoor we willen vechten.

‘Geef je over, christenhond!’ #dingen-die-je-zelden-leest-in-Nederlandse-romans
De Nederlands-Spaanse romancier Miquel Ekkelenkamp Bulnes is dan ook geen doorsnee-schrijver. Hij debuteerde in 2003 en publiceerde kort na elkaar drie bijzonder komische romans over de medische wereld (Zorg, Lab en Attaque!). In die laatste roman ging het hoofdpersonage opeens naar zijn geboorteland, Spanje. Dat bleek ook de auteur te hebben gedaan — figuurlijk dan toch — want opeens was daar Het bloed in onze aderen (2011), een kanjer van een historische roman over de Spaanse Burgeroorlog.
Reconquista biedt nu meer Spaanse geschiedenis en meer oorlog: Bulnes verplaatst ons naar het einde van de 11de eeuw. Op dat moment is grofweg de zuidelijke helft van Spanje in de handen van Arabieren. Ze vormen niet één machtsblok. Eerder is er sprake van stadsstaatjes, taifa’s genoemd. Terwijl de taifa’s onderling regelmatig in conflict komen, is het ook in de noordelijke helft permanent onrustig. Koning Alfonso VI is weliswaar machtig, maar hij is geen koning van Spanje; hij “heeft” slechts León-Castilië (en dan nog). 
Bulnes zal in de loop van de roman een resem personages presenteren, sommige gedenkwaardig, andere minder, maar hij begint met Eloy en Carmelo. De twee jongens komen uit een gehucht in Castilië en worden naar Sevilla gestuurd om daar bij de taifa van koning Al-Mutamid belastingen te innen. Maar in Sevilla lopen de zaken uit de hand en de twee vrienden raken van elkaar gescheiden. Terwijl Eloy wegvlucht, om koning Alfonso op de hoogte te brengen van het verraad van Sevilla, wordt Carmelo gevangen genomen. Een vizier neemt hem onder zijn hoede en geleidelijk weet Carmelo zich op te werken. 
Eloy en Carmelo zijn de rode draden doorheen een geschiedenis die loopt van 1082 tot 1091. Niet alleen hun levensloop zal enorm gaan verschillen, Bulnes zet hen ook op andere manieren in. Carmelo’s verhaal is in essentie een liefdesgeschiedenis: de vrouw op wie hij verliefd is, wordt weggevoerd naar de harem van kroonprins Al-Fath. De bedoeling is natuurlijk dat deze twee ooit weer herenigd worden, maar zoals Bulnes schrijft: ‘oneindig is de vindingrijkheid van het noodlot’.
Eloy intussen wordt door het lot gezegend met maatschappelijk succes, maar heeft net iets te weinig ruggengraat om te voorkomen dat hij keer op keer wordt betrokken bij kwalijke praktijken en gebeurtenissen. Hij blijft piekeren hoe het onrecht dat hij onbewust heeft veroorzaakt kan worden rechtgezet. Het geeft aanleiding tot bespiegelingen over heldendom en rechtvaardigheid. 

Is de reconquista (herovering van Spanje op de islam) eerder het onderwerp geweest van een Nederlandse historische roman? Ja, zij het lang geleden. In De ongelukkige (1913) beschreef Louis Couperus de definitieve val van al-Andalus, eind 15de eeuw. Een logische keuze voor Couperus, altijd geobsedeerd door decadentie en verval. Maar Al-Andalus heeft een lange geschiedenis: van 711 tot 1492. Er lag dus nog enorm veel terrein braak voor Bulnes. 
Hij koos voor een periode van enorme versplintering. Dit is geen verhaal van christenen tegen moslims. Het is een verhaal van machtshebbers die elkaar elke centimeter grond betwisten en daarbij af en toe worden gesteund door fundamentalisten. Zoals de noordelijken desgewenst kunnen leunen op de Kerk, zo halen de Arabieren af en toe de Almoraviden uit Noord-Afrika om met hen mee te vechten. Ze vinden deze Berbers stijl- en humorloze pilaarbijters, maar zolang ze meevechten tegen Alfonso valt dat te billijken. Al is het zeer de vraag hoe lang ze hun zogenaamde “geloofsbroeders” in de hand zullen kunnen houden. 
Bulnes heeft, anders gezegd, gekozen voor een periode die hem toestaat te vertellen over voortdurende verschuivende allianties en vijandschappen. Zijn personages moeten overeind blijven in een wereld zonder wetten, in een voortdurende staat van oorlog. Allemaal moeten ze hun mentale wendbaarheid inzetten om te overleven én om datgene te beschermen dat er voor hen echt toe doet. Voor Eloy is dat zijn zielenheil, voor Carmelo zijn geliefde, voor de edelvrouw Teresa wraak op de mannen die haar hebben gebruikt en laten vallen. 
Iedereen, tot en met de meest dubieuze personages (zoals de overlevingskunstenaar en meesterlijke belastinginner Ibrahim), hebben een zwak punt, iets wat ze koste wat het kost zullen beschermen. Het thema van Reconquista in een notendop: waarden versus werkelijkheid. 

Reconquista is een lichtelijk gigantisch boek. Het is geen makkelijke opgave om 700 bladzijden proza interessant te houden. Er gebeurt zo ontzettend veel (paleisintriges, een veldslag, een mislukt beleg, een aanval op het huis van Al-Fath waarin onverwacht meerdere verhaallijnen samenkomen, plus enkele vuile machinaties binnen de Kerk…), dat je soms een gebeurtenissenindigestie voelt opkomen. Gelukkig zijn Eloy en Carmelo sterke protagonisten. 
En Bulnes heeft nog een aas in zijn mouw zitten. In een aparte verhaallijn, die zich afspeelt in 1108, volgen we ene broeder Pius naar een afgelegen klooster, waar hij de biecht moet afnemen van een stervende vrouw. Wie zij is en welke invloed ze uitoefende op de gebeurtenissen in de rest van de roman, komen we snel te weten. Maar wat is er precies gaande in dat merkwaardige klooster? Wie is broeder Pius? En wie zijn de gevangenen die het klooster zogenaamd “verzorgt”? Vragen genoeg om je uren en uren aan het lezen te houden. 
Historische romans kunnen zware lectuur zijn. Ze nodigen blijkbaar uit tot stroperig, enigszins oubollig proza. Daarvan is in Reconquista niets te merken. Bulnes was altijd al een direct, franjeloos schrijver. Hij gaat daar in Reconquista soms wel ver in: de plot heeft duidelijk voorrang op de stijl en dat leidt tot slordigheden. Het is ook vrij raar om bladzijdenlang rechttoe-rechtaan proza te lezen, om dan opeens te botsen op woorden als ‘persisteert’, ‘exclameert’, ‘imploreert’, enzovoort. 
Misschien om te compenseren, biedt Bulnes ook een rijke keuze aan Arabische poëzie: doorheen het boek vind je bloemrijke citaten, vaak bijzonder mooi, die de Arabische cultuur eer aandoen. 
Bulnes’ vorige, Het bloed in onze aderen, stond op de shortlist van de Libris, maar moest toen de duimen leggen voor Tonio van A.F. Th. Van der Heijden. Hopelijk treft Bulnes dit keer een jury met, in alle betekenissen, meer zin voor avontuur. 

Miguel Bulnes, Reconquista. Prometheus, 703 bladzijden, 24,99 euro. 
Deze tekst schreef ik voor de Standaard der Letteren. Klik op de link voor de krantenversie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten