Ich bin ein Facebooker. Nooit goed begrepen wat mensen zagen in Twitter. Geconstipeerde, vaak kreupele zinnen, gevolgd door een gimmick (#) en bovendien dat concept van “volgers”. Wie wil er nu volgen? Niemand, natuurlijk, we willen allemaal gevolgd worden. De majorette aan het hoofd van de stoet. Kijk hoe hoog ik mijn glanzende stokje gooi #neemjemedicijnenpipo.
Misschien zou je Twitter een autoped kunnen noemen en Facebook een Harley Davidson. Allemaal transportmiddelen binnen de kom van Leuterdorp en Kwaakstad, dat spreekt vanzelf.

Dat komt uit Twee punt nul (De Bezige Bij, € 15, 150 blz.), de eerste postume titel van Gerrit Komrij, waarin zijn teksten over computers, internet, sociale netwerken, onlinecensuur en zo meer verzameld zijn. Geschreven in de bekende, associĆ«rende stijl, waarbij je je afvraagt of hij bij de openingszin wel wist waar zijn stukje-van-de-week over zou gaan. Soms is het resultaat karig, maar net zo goed associeerde hij mooie oneliners bij elkaar. Zoals: ‘Het woord “vriendschap” is door Facebook onherstelbaar verbeterd.’
Gerrit Komrij was een early adopter. Toen hij in 1984 verhuisde naar Portugal, schafte hij zich de ‘best beschikbare computer’ aan.
Het werkgeheugen was 64 KB. De verkoper vertelde me dat dit overeenkwam met net zoveel tekst als er op twaalf A4’tjes kon! (...) Het ding kostte, omgerekend, vijf-en-een-half-duizend euro. (...) Twaalf A4’tjes in een juwelendoos.
Schrijven over technologie wordt verrassend snel nostalgisch. Ik weet nog dat mijn ouders onze eerste computer, een Commodore, op afbetaling kochten, zo duur was dat ding. En je kon er niet eens porno mee downloaden! Ja, waar is de tijd, mensen.
Ook het internet begroette Komrij enthousiast. ‘Eindelijk hoefde je het ding niet meer eigenhandig te voederen. Het kakelde uit zichzelf, met net zoveel stemmen als er mensen waren.’
Maar “alles kan beter”, en Komrij had nog wel een paar suggesties. Facebook, bijvoorbeeld, heeft dringend behoefte aan een aparte afdeling voor de voyeurs die nooit een statusupdate posten.
Behalve voor een gluurdersreservaat, pleitte Komrij ook voor een babbel-uit-knop. Het babbelen en roddelen op internet is leuk, maar af en toe wil je keiharde feiten en geen gezeur aan je hoofd. ‘Ik word met de dag positiever’, schrijft Komrij, ‘dus ik ben op zoek naar handigheidjes om de ruis te omzeilen.’
Het digitale universum is net zoals het gewone universum geworden: ‘soms verlang je naar de essentie’, maar voor elk beetje goudstof moet je eindeloos rivierzand zeven. Leven is zeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten