
De Nederlandse auteur Jamal Ouariachi schrijft in zijn tweede roman, Vertedering, over poesjes, walvissen, geweld tegen vrouwen en de valkuilen van de psychologie. Een gesprek.
De naam Jamal Ouariachi verscheen voor het eerst in De Standaard op 3 december 2010, in mijn artikel ‘De hotste Hollanders van de herfst’. Ouariachi’s debuutroman De vernietiging van Prosper Morèl werd daarin geprezen. Helaas zwaaiden alle schijnwerpers naar een àndere vuistdikke debuutroman uit diezelfde herfst: Bonita Avenue van Peter Buwalda.
Met Vertedering bevestigt Ouariachi nu zijn talent: deze schrijver is een blijver. Vertedering is een intelligent en meeslepend geschreven boek, dat de lezer meteen doet begrijpen: dit is niet zomaar een jonge schrijver. Hier komt een oeuvre van.
Met Vertedering bevestigt Ouariachi nu zijn talent: deze schrijver is een blijver. Vertedering is een intelligent en meeslepend geschreven boek, dat de lezer meteen doet begrijpen: dit is niet zomaar een jonge schrijver. Hier komt een oeuvre van.
Aan beide romans valt te merken dat Ouariachi psycholoog van opleiding is: in De vernietiging van Prosper Morèl stond de crisis van een relatietherapeut centraal, Vertedering is een psychologische roman die de psychologie zelf op de korrel neemt.
Het verhaal in een notendop. Na het faillissement van zijn café ‘Nooit meer slapen’ belandt het leven van de naamloze hoofdpersoon, een dertiger, in het slop. Hij neemt een eenvoudig baantje en leeft zonder na te denken. Maar dan vindt hij een mand met pasgeboren kittens. Vertedering wekt zijn hart en voor hij het weet, heeft één van de kittens hem aan een nieuwe vriendin geholpen. Wat de mooie Zerline nog niet weet, is dat haar vriend soms last heeft van agressieve woedeuitbarstingen.
Jamal Ouariachi: ‘Mijn associatie vertedering-agressie is er gekomen door een fenomeen dat vooral de laatste jaren nogal een vlucht neemt: mensen zijn heel snel vertederd door lieve diertjes, maar om medemensen lijken ze zich steeds minder te bekommeren. Neem de PVV, de partij van Geert Wilders. Die neemt genadeloze standpunten in tegen asielzoekers, maar toen ze een tijdje gedoogsteun gaven aan het vorige kabinet, waren zij het die de animal cops wisten in te stellen, een politieteam speciaal tegen dierenmishandeling.’
‘Een paar maanden geleden waren er in Nederland verkiezingen. Hoofdpunt was: gaat er geld naar het kwakkelende Griekenland? De algemene tendens was: nee, die Grieken hebben het er zelf naar gemaakt, ze zoeken het maar uit, laat ze doodvallen. In diezelfde periode spoelde er een walvis aan op een waddeneiland. Dat beheerste dagenlang het nieuws. Dat beest kreeg een naam. Er vond een stille tocht plaats toen het niet gered kon worden en stierf.’
‘Het is hartstikke mooi als mensen begaan zijn met dierenleed, ik ben zelf een groot kattenliefhebber (in tegenstelling tot wat je uit Vertedering zou kunnen opmaken), maar de verhouding lijkt scheefgegroeid tussen empathie voor dieren en empathie voor mensen. Vertedering is eigenlijk de lightversie van empathie.’
Nergens in de roman wordt de naam van de hoofdfiguur genoemd, juist?
‘Dat klopt. Voor mij is een essentieel thema in de roman de zoektocht die de held onderneemt naar de aard van zijn agressie. Gedurende welke hij erachter komt dat het onmogelijk is precies te zeggen waar zijn eigenschappen vandaan komen. En dat we misschien wel helemaal geen kern hebben. Dat iedereen slechts een soort vuilnisvat is waarin genetische eigenschappen, ervaringen, etc. gestort zijn. Die holle kern wilde ik tot uitdrukking laten komen in zijn naamloosheid.’
U ondergraaft mijn vertrouwen in de psychologie.
‘Niks mis met gezonde argwaan. Maar er zijn wel degelijk veel psychische problemen waar goed iets aan te doen is. Stel dat iemand een traumatische gebeurtenis heeft meegemaakt, een verkrachting bijvoorbeeld. Als zo iemand later een posttraumatische stressstoornis ontwikkelt, dan is vrij duidelijk waar de problemen vandaan komen en is er ook goed iets aan te doen. Maar de meer klassieke, Freudiaanse inzichtgevende therapie: nee, daar ben ik geen liefhebber van. Iemands levensloop is te complex om terug te brengen tot sprookjes over vadermoord en penisnijd.’
‘De psychologe die in het boek voorkomt verwoordt het wel aardig wanneer de hoofdpersoon haar vraagt naar het effect van het overlijden van zijn vader. Zij zegt: dat kan van invloed zijn geweest op je agressie, maar er zijn heel veel mensen van wie de ouders vroeg zijn overleden, zonder dat die mensen later agressief werden. Er is geen Groot Inzicht.’
Hoe zette u de stap van psycholoog naar schrijver?
‘Voor mij lopen die disciplines niet zo uiteen. Toen ik een jaar of twaalf was, deed mijn vader een introductieopleiding Psychologie aan de Open Universiteit, een opleiding die je makkelijk vanuit huis kunt doen. Hij kwam er door druk werk niet aan toe, en ik begon die boeken te lezen en dacht: als ik later ga studeren, wordt het dát. De interesse in literatuur ging gelijk op. Het heeft te maken met het verlangen rond te snuffelen in andermans hoofd. De uitingsvorm is natuurlijk heel anders: als therapeut stel je je onbaatzuchtig op, heb je een dienende functie, en probeer je mensen te helpen. Als romancier kun je je slachtoffers genadeloos in het verderf storten.’
Eén van de onderwerpen in Vertedering, is mannelijkheid. ‘Het mooiste meisje ter wereld, en hij had haar weten te veroveren.’ Dat woord 'veroveren'... Dan is er nog een scène op het werk, als de hoofdfiguur zich realiseert dat zijn vader niet de kans heeft gekregen om hem behoorlijk te leren klussen. Is hij nu te veel of te weinig macho?
‘Ik ben wat huiverig om daar al te veel over te zeggen. Ik heb die worsteling met mannelijkheid aangestipt op verschillende manieren, maar ik laat het liever aan de lezer over om dat punt te interpreteren. Dat past naar mijn idee goed in de gedachte achter het boek dat het onmogelijk is om de aard en oorsprong van bepaalde persoonlijke eigenschappen echt te duiden.’
‘Ik denk dat hij rationeel behoorlijk geëmancipeerd is, maar met zijn vrienden in de kroeg heeft hij het over "wijven" of "deelneemsters". Zijn vriendin Zerline is dan weer heel erg gefocust op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Ook zij draaft wel eens door.’
Wat zou u het vervelendst vinden: de man die over "wijven" spreekt of de vrouw die overal seksisme ziet?
‘Lastig om daar iets algemeens over te zeggen... Als ik met vrienden in de kroeg hang, gaat het er ook niet altijd zachtzinnig aan toe, qua taalgebruik. Wat dan weer mijn eigen denkbeelden over gelijke rechten voor mannen en vrouwen in het geheel niet tegenspreekt. Tegelijkertijd wordt soms te gemakkelijk gezegd dat vrouwen niet moeten zeuren, dat die hele emancipatie nu toch wel zo'n beetje voltooid is...’
‘Juist omdat ik hier niet helemaal over uit ben, is het een interessant onderwerp voor de romanschrijver. Je kunt die verwarring laten zien, en dus ook hoe beide "partijen" wel eens te ver gaan in hun opvattingen.’
U maakt er geen geheim van dat u een Nederlandse schrijver bent, en dat uw Marokkaanse familienaam ons niet mag “sturen”. U bent géén allochtone schrijver.
‘Dat is een terugkerend puntje, ja. Ikzelf ben tijdens het schrijven nauwelijks bezig met die afkomst.’
Sommige associaties zijn moeilijk te vermijden. Ongetwijfeld zal er een verband gelegd worden tussen "machocultuur" en de behandeling van mannelijkheid in Vertedering.
‘Ik heb er geen enkel probleem mee wanneer, zoals nu, al pratend over het boek dat onderwerp ter sprake komt. Als ik echt helemaal niks met mijn Marokkaanse achtergrond had gehad, had ik misschien wel onder pseudoniem gepubliceerd. Mij stoort het vooral als dat het eerste is waar mensen over beginnen. Dan denk ik: lees eerst dat boek eens, verdomme.’
‘Wat betreft machocultuur en Marokkaanse achtergrond... die interpretatie bevalt me wel, sterker: ik heb er tijdens het schrijven aan gedacht. Er zit bijvoorbeeld ergens een expliciete verwijzing in het boek naar eerwraak, hoewel dat niet exclusief een Marokkaanse aangelegenheid is.’
‘Ik ben natuurlijk heus wel gevormd door mijn opvoeding en ook door de vakanties naar Marokko, eens in de twee jaar, toen ik een kind was. Wat mij wel altijd opvalt is dat niemand dan vraagt naar mijn “Nederlandse” helft. In mijn debuut komen elementen voor uit het milieu waar mijn moeder uit voortkomt. Amsterdam, waar ik geboren en opgegroeid ben, zit er heel sterk in verwerkt. Dus die afkomst is wel zichtbaar, alleen het is de helft die de meeste mensen niet interessant vinden!’
De woedeuitbarstingen in Vertedering deden me denken aan een zekere agressie in uw Facebookoptredens. Wat zei u weer, toen de koningin haar pensioen aankondigde? ‘Zo, die kankerhoer is opgetiefd’?
‘Kuthoer, geloof ik, maar dat komt wel min of meer op hetzelfde neer. Ach, ik denk dat dat iets anders is. Eerder een wat baldadige neiging om af en toe iets shockerends de wereld in te slingeren. Ik wind me wel op over de koninginneverering, en dan vind ik het lollig om zo'n opmerking te maken en te kijken wat voor vlees ik in de kuip heb, wat Facebookvrienden betreft. Er is er maar eentje opgestapt, toen. Maar: je hebt gelijk, ik mag me graag hard en grof uitdrukken op dat medium.’
U laat er evenmin twijfels over bestaan aan welke collega-schrijvers u een hekel hebt.
‘Ja, terwijl dat in werkelijkheid vaak genuanceerder ligt. Laatst sneerde ik nog wat naar Arnon Grunberg, maar ik heb ook wel eens een blogje over hem geschreven waarin ik aangaf dat ik sommige van zijn boeken wel degelijk kan waarderen, en zijn werkdrift bewonder. Maar veel van zijn romans... Ik vind zijn wereldbeeld zo sleets. Vooral: ik geloof het niet. Grunberg lijkt me een redelijk mooi en succesvol leven te leiden: groot schrijver, woont in prachtstad New York, reist de hele wereld over. En toch lees ik in zijn boeken alleen maar ellende en hopeloosheid. Er zitten geen contrasten in. Ik geloof dat dat mijn voornaamste bezwaar is: waar is het geluk? Dat kun je weliswaar ontmaskeren als illusie, maar zo ervaar ik het niet. Geluk bestaat.’
‘Ik wil zelf een ander soort literatuur schrijven, die niet alleen maar zwartgallig en cynisch is. Prosper Morèl eindigde aardig optimistisch. En in Vertedering zitten, ondanks alle ellende, uitgebreide passages van groot geluk.’
NRC/Handelsblad schreef over uw roman: ‘Het is duidelijk: deze naamloze man staat voor een hele populatie, al is het een bijster onvolwassen variant.’ Is dat zo, voor u? Is deze naamloze held de Frits van Egters van het jaar 2013?
‘Tja, Marja Pruis schreef in De Groene Amsterdammer ook al zoiets. En op zichzelf is dat prima, het is een interpretatie, het staat eenieder vrij met de inhoud van een boek te doen wat-ie maar wil. Maar ik vind zo’n veralgemenisering getuigen van gemakzuchtig denkwerk. Mijn streven in Vertedering is nu juist te laten zien dat allerlei algemeen geldende wetten, statistische gegevens en wetenschappelijke aannames níet opgaan voor het individu.’
En hoeveel Jamal Ouariachi zit er in die naamloze man?
‘Een schrijver, ik weet niet meer wie, zei eens over zijn werk: niet de gebeurtenissen zijn autobiografisch, maar de pijn die in het boek doorklinkt. Dat geldt ook wel voor mij, en dan in de zin dat ook ik bepaalde eigenschappen heb – nee, geen agressiviteit tegen vrouwen – die me een hoop ellende hebben opgeleverd en waar ik liever vanaf zou komen, maar dat is moeilijk. En ja, een verloren grote liefde was er ook. Maar goed, dan wordt het wel erg privé.’
Na een boek waarin geweld wordt gepleegd tegen vrouwen, gaat u nu meewerken aan het project 25-45-70: een romantrilogie die het Nederlandse antwoord wil zijn op Vijftig tinten grijs. Waarom?
‘Meer nog dan de inhoudelijke motivering voor dat project – een literair antwoord op alle sekspulp die momenteel de markt overspoelt – was ik geïnteresseerd in de samenwerking met twee andere auteurs, David Pefko en Daan Heerma van Voss. Het is een experiment, daar hou ik wel van. We schrijven de drie boeken onafhankelijk van elkaar, maar hebben wel overleg, uiteraard. Er is één hoofdpersonage en verder allerlei elementen die in elk van de drie delen terugkeren. Gebeurtenissen in het leven van de hoofdpersoon, Hanna. Psychologische motieven, etc.’
Hebt u Vijftig tinten grijs gelezen om te weten waartegen u storm moet lopen?
‘Op het gevaar af snobistisch te klinken... ik vind het verbijsterend. Dat zoveel mensen zichzelf zó weinig serieus nemen. Ik heb het eerste deel van die trilogie gelezen en ik geloofde mijn ogen niet, zo beroerd is die troep. Wat ik zo droevig vind is dat het wordt gepresenteerd als vooruitstrevend, ten opzichte van de klassieke Bouquetreeks, maar het is van een oneindige truttigheid. Ik heb niets tegen makkelijk vermaak, maar waarom moet het zó slecht?’
En wordt 25-40-70 echt erotisch?
‘Dat is wel de bedoeling ja. Al zal de erotiek in het boek van Daan Heerma van Voss, die over een 70-jarige schrijft, van een heel andere orde zijn dan de erotiek die ik beschrijf in mijn deel over een 25-jarige.’
Dit interview werd afgenomen op vraag van de Standaard der Letteren en staat in de krant van vandaag, vrijdag 26 april. De versie hierboven is ietsje langer dan die in de krant.
Vertedering van Jamal Ouariachi is een uitgave van Querido, telt 367 bladzijden en kost € 19,95.
Het verhaal in een notendop. Na het faillissement van zijn café ‘Nooit meer slapen’ belandt het leven van de naamloze hoofdpersoon, een dertiger, in het slop. Hij neemt een eenvoudig baantje en leeft zonder na te denken. Maar dan vindt hij een mand met pasgeboren kittens. Vertedering wekt zijn hart en voor hij het weet, heeft één van de kittens hem aan een nieuwe vriendin geholpen. Wat de mooie Zerline nog niet weet, is dat haar vriend soms last heeft van agressieve woedeuitbarstingen.
Jamal Ouariachi: ‘Mijn associatie vertedering-agressie is er gekomen door een fenomeen dat vooral de laatste jaren nogal een vlucht neemt: mensen zijn heel snel vertederd door lieve diertjes, maar om medemensen lijken ze zich steeds minder te bekommeren. Neem de PVV, de partij van Geert Wilders. Die neemt genadeloze standpunten in tegen asielzoekers, maar toen ze een tijdje gedoogsteun gaven aan het vorige kabinet, waren zij het die de animal cops wisten in te stellen, een politieteam speciaal tegen dierenmishandeling.’
‘Een paar maanden geleden waren er in Nederland verkiezingen. Hoofdpunt was: gaat er geld naar het kwakkelende Griekenland? De algemene tendens was: nee, die Grieken hebben het er zelf naar gemaakt, ze zoeken het maar uit, laat ze doodvallen. In diezelfde periode spoelde er een walvis aan op een waddeneiland. Dat beheerste dagenlang het nieuws. Dat beest kreeg een naam. Er vond een stille tocht plaats toen het niet gered kon worden en stierf.’
‘Het is hartstikke mooi als mensen begaan zijn met dierenleed, ik ben zelf een groot kattenliefhebber (in tegenstelling tot wat je uit Vertedering zou kunnen opmaken), maar de verhouding lijkt scheefgegroeid tussen empathie voor dieren en empathie voor mensen. Vertedering is eigenlijk de lightversie van empathie.’

‘Dat klopt. Voor mij is een essentieel thema in de roman de zoektocht die de held onderneemt naar de aard van zijn agressie. Gedurende welke hij erachter komt dat het onmogelijk is precies te zeggen waar zijn eigenschappen vandaan komen. En dat we misschien wel helemaal geen kern hebben. Dat iedereen slechts een soort vuilnisvat is waarin genetische eigenschappen, ervaringen, etc. gestort zijn. Die holle kern wilde ik tot uitdrukking laten komen in zijn naamloosheid.’
U ondergraaft mijn vertrouwen in de psychologie.
‘Niks mis met gezonde argwaan. Maar er zijn wel degelijk veel psychische problemen waar goed iets aan te doen is. Stel dat iemand een traumatische gebeurtenis heeft meegemaakt, een verkrachting bijvoorbeeld. Als zo iemand later een posttraumatische stressstoornis ontwikkelt, dan is vrij duidelijk waar de problemen vandaan komen en is er ook goed iets aan te doen. Maar de meer klassieke, Freudiaanse inzichtgevende therapie: nee, daar ben ik geen liefhebber van. Iemands levensloop is te complex om terug te brengen tot sprookjes over vadermoord en penisnijd.’
‘De psychologe die in het boek voorkomt verwoordt het wel aardig wanneer de hoofdpersoon haar vraagt naar het effect van het overlijden van zijn vader. Zij zegt: dat kan van invloed zijn geweest op je agressie, maar er zijn heel veel mensen van wie de ouders vroeg zijn overleden, zonder dat die mensen later agressief werden. Er is geen Groot Inzicht.’
Hoe zette u de stap van psycholoog naar schrijver?
‘Voor mij lopen die disciplines niet zo uiteen. Toen ik een jaar of twaalf was, deed mijn vader een introductieopleiding Psychologie aan de Open Universiteit, een opleiding die je makkelijk vanuit huis kunt doen. Hij kwam er door druk werk niet aan toe, en ik begon die boeken te lezen en dacht: als ik later ga studeren, wordt het dát. De interesse in literatuur ging gelijk op. Het heeft te maken met het verlangen rond te snuffelen in andermans hoofd. De uitingsvorm is natuurlijk heel anders: als therapeut stel je je onbaatzuchtig op, heb je een dienende functie, en probeer je mensen te helpen. Als romancier kun je je slachtoffers genadeloos in het verderf storten.’
Eén van de onderwerpen in Vertedering, is mannelijkheid. ‘Het mooiste meisje ter wereld, en hij had haar weten te veroveren.’ Dat woord 'veroveren'... Dan is er nog een scène op het werk, als de hoofdfiguur zich realiseert dat zijn vader niet de kans heeft gekregen om hem behoorlijk te leren klussen. Is hij nu te veel of te weinig macho?
‘Ik ben wat huiverig om daar al te veel over te zeggen. Ik heb die worsteling met mannelijkheid aangestipt op verschillende manieren, maar ik laat het liever aan de lezer over om dat punt te interpreteren. Dat past naar mijn idee goed in de gedachte achter het boek dat het onmogelijk is om de aard en oorsprong van bepaalde persoonlijke eigenschappen echt te duiden.’
‘Ik denk dat hij rationeel behoorlijk geëmancipeerd is, maar met zijn vrienden in de kroeg heeft hij het over "wijven" of "deelneemsters". Zijn vriendin Zerline is dan weer heel erg gefocust op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Ook zij draaft wel eens door.’
Wat zou u het vervelendst vinden: de man die over "wijven" spreekt of de vrouw die overal seksisme ziet?
‘Lastig om daar iets algemeens over te zeggen... Als ik met vrienden in de kroeg hang, gaat het er ook niet altijd zachtzinnig aan toe, qua taalgebruik. Wat dan weer mijn eigen denkbeelden over gelijke rechten voor mannen en vrouwen in het geheel niet tegenspreekt. Tegelijkertijd wordt soms te gemakkelijk gezegd dat vrouwen niet moeten zeuren, dat die hele emancipatie nu toch wel zo'n beetje voltooid is...’
‘Juist omdat ik hier niet helemaal over uit ben, is het een interessant onderwerp voor de romanschrijver. Je kunt die verwarring laten zien, en dus ook hoe beide "partijen" wel eens te ver gaan in hun opvattingen.’
U maakt er geen geheim van dat u een Nederlandse schrijver bent, en dat uw Marokkaanse familienaam ons niet mag “sturen”. U bent géén allochtone schrijver.
‘Dat is een terugkerend puntje, ja. Ikzelf ben tijdens het schrijven nauwelijks bezig met die afkomst.’
Sommige associaties zijn moeilijk te vermijden. Ongetwijfeld zal er een verband gelegd worden tussen "machocultuur" en de behandeling van mannelijkheid in Vertedering.
‘Ik heb er geen enkel probleem mee wanneer, zoals nu, al pratend over het boek dat onderwerp ter sprake komt. Als ik echt helemaal niks met mijn Marokkaanse achtergrond had gehad, had ik misschien wel onder pseudoniem gepubliceerd. Mij stoort het vooral als dat het eerste is waar mensen over beginnen. Dan denk ik: lees eerst dat boek eens, verdomme.’
‘Wat betreft machocultuur en Marokkaanse achtergrond... die interpretatie bevalt me wel, sterker: ik heb er tijdens het schrijven aan gedacht. Er zit bijvoorbeeld ergens een expliciete verwijzing in het boek naar eerwraak, hoewel dat niet exclusief een Marokkaanse aangelegenheid is.’
‘Ik ben natuurlijk heus wel gevormd door mijn opvoeding en ook door de vakanties naar Marokko, eens in de twee jaar, toen ik een kind was. Wat mij wel altijd opvalt is dat niemand dan vraagt naar mijn “Nederlandse” helft. In mijn debuut komen elementen voor uit het milieu waar mijn moeder uit voortkomt. Amsterdam, waar ik geboren en opgegroeid ben, zit er heel sterk in verwerkt. Dus die afkomst is wel zichtbaar, alleen het is de helft die de meeste mensen niet interessant vinden!’
De woedeuitbarstingen in Vertedering deden me denken aan een zekere agressie in uw Facebookoptredens. Wat zei u weer, toen de koningin haar pensioen aankondigde? ‘Zo, die kankerhoer is opgetiefd’?
‘Kuthoer, geloof ik, maar dat komt wel min of meer op hetzelfde neer. Ach, ik denk dat dat iets anders is. Eerder een wat baldadige neiging om af en toe iets shockerends de wereld in te slingeren. Ik wind me wel op over de koninginneverering, en dan vind ik het lollig om zo'n opmerking te maken en te kijken wat voor vlees ik in de kuip heb, wat Facebookvrienden betreft. Er is er maar eentje opgestapt, toen. Maar: je hebt gelijk, ik mag me graag hard en grof uitdrukken op dat medium.’
U laat er evenmin twijfels over bestaan aan welke collega-schrijvers u een hekel hebt.
‘Ja, terwijl dat in werkelijkheid vaak genuanceerder ligt. Laatst sneerde ik nog wat naar Arnon Grunberg, maar ik heb ook wel eens een blogje over hem geschreven waarin ik aangaf dat ik sommige van zijn boeken wel degelijk kan waarderen, en zijn werkdrift bewonder. Maar veel van zijn romans... Ik vind zijn wereldbeeld zo sleets. Vooral: ik geloof het niet. Grunberg lijkt me een redelijk mooi en succesvol leven te leiden: groot schrijver, woont in prachtstad New York, reist de hele wereld over. En toch lees ik in zijn boeken alleen maar ellende en hopeloosheid. Er zitten geen contrasten in. Ik geloof dat dat mijn voornaamste bezwaar is: waar is het geluk? Dat kun je weliswaar ontmaskeren als illusie, maar zo ervaar ik het niet. Geluk bestaat.’
‘Ik wil zelf een ander soort literatuur schrijven, die niet alleen maar zwartgallig en cynisch is. Prosper Morèl eindigde aardig optimistisch. En in Vertedering zitten, ondanks alle ellende, uitgebreide passages van groot geluk.’
NRC/Handelsblad schreef over uw roman: ‘Het is duidelijk: deze naamloze man staat voor een hele populatie, al is het een bijster onvolwassen variant.’ Is dat zo, voor u? Is deze naamloze held de Frits van Egters van het jaar 2013?
‘Tja, Marja Pruis schreef in De Groene Amsterdammer ook al zoiets. En op zichzelf is dat prima, het is een interpretatie, het staat eenieder vrij met de inhoud van een boek te doen wat-ie maar wil. Maar ik vind zo’n veralgemenisering getuigen van gemakzuchtig denkwerk. Mijn streven in Vertedering is nu juist te laten zien dat allerlei algemeen geldende wetten, statistische gegevens en wetenschappelijke aannames níet opgaan voor het individu.’
En hoeveel Jamal Ouariachi zit er in die naamloze man?
‘Een schrijver, ik weet niet meer wie, zei eens over zijn werk: niet de gebeurtenissen zijn autobiografisch, maar de pijn die in het boek doorklinkt. Dat geldt ook wel voor mij, en dan in de zin dat ook ik bepaalde eigenschappen heb – nee, geen agressiviteit tegen vrouwen – die me een hoop ellende hebben opgeleverd en waar ik liever vanaf zou komen, maar dat is moeilijk. En ja, een verloren grote liefde was er ook. Maar goed, dan wordt het wel erg privé.’
Na een boek waarin geweld wordt gepleegd tegen vrouwen, gaat u nu meewerken aan het project 25-45-70: een romantrilogie die het Nederlandse antwoord wil zijn op Vijftig tinten grijs. Waarom?
‘Meer nog dan de inhoudelijke motivering voor dat project – een literair antwoord op alle sekspulp die momenteel de markt overspoelt – was ik geïnteresseerd in de samenwerking met twee andere auteurs, David Pefko en Daan Heerma van Voss. Het is een experiment, daar hou ik wel van. We schrijven de drie boeken onafhankelijk van elkaar, maar hebben wel overleg, uiteraard. Er is één hoofdpersonage en verder allerlei elementen die in elk van de drie delen terugkeren. Gebeurtenissen in het leven van de hoofdpersoon, Hanna. Psychologische motieven, etc.’
Hebt u Vijftig tinten grijs gelezen om te weten waartegen u storm moet lopen?
‘Op het gevaar af snobistisch te klinken... ik vind het verbijsterend. Dat zoveel mensen zichzelf zó weinig serieus nemen. Ik heb het eerste deel van die trilogie gelezen en ik geloofde mijn ogen niet, zo beroerd is die troep. Wat ik zo droevig vind is dat het wordt gepresenteerd als vooruitstrevend, ten opzichte van de klassieke Bouquetreeks, maar het is van een oneindige truttigheid. Ik heb niets tegen makkelijk vermaak, maar waarom moet het zó slecht?’
En wordt 25-40-70 echt erotisch?
‘Dat is wel de bedoeling ja. Al zal de erotiek in het boek van Daan Heerma van Voss, die over een 70-jarige schrijft, van een heel andere orde zijn dan de erotiek die ik beschrijf in mijn deel over een 25-jarige.’
Dit interview werd afgenomen op vraag van de Standaard der Letteren en staat in de krant van vandaag, vrijdag 26 april. De versie hierboven is ietsje langer dan die in de krant.
Vertedering van Jamal Ouariachi is een uitgave van Querido, telt 367 bladzijden en kost € 19,95.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten