Mijn grootste wens is al jarenlang: een normaal mens zijn. Dat wil maar niet lukken. Dus toen ik in augustus vorig jaar ongevraagd een kantoorbaantje aangeboden kreeg, zag ik mijn kans schoon. Elke dag in een kantoor werken, van 9 tot 6, met collega’s, een supervisor en een jaarlijkse appraisal: dat was weer een stapje dichterbij normaliteit.
Lang verhaal kort: 8 maart jongstleden was mijn laatste werkdag. Twee weken daarvoor had ik jubelend ontslag genomen. Je kan normaal willen zijn, maar daarom hoef je je nog niet bloot te stellen aan geestdodende monotonie.
Gezien deze voorgeschiedenis, begon ik vol voorpret aan Verloren maandag (Vrijdag/Podium, € 17,50), een romandebuut dat in de markt wordt gezet als ‘een hilarisch en meedogenloos portret van het kantoorleven’. Geschreven door freelancejournaliste (dus evenmin een normaal mens) Valerie Eyckmans.
Helaas is wat er op het etiket staat niet wat er in de doos zit: het kantoorleven krijgt veel te weinig aandacht. Het hoofdpersonage (een kreng dat haar frustraties afreageert op haar omgeving en pas gelukkig is als iedereen zich even rottig voelt als zij) gaat met te veel aandacht lopen. Eyckmans’ boek is hoogstens correct in de beschrijving van de onstuitbare pogingen van middle management en collega’s om op kantoor een groeps- of zelfs familiale sfeer te creëren.
Mensen die repetitief en in wezen onbelangrijk kantoorwerk verrichten, zoeken troost bij elkaar. Op geen moment heb ik dat beter gemerkt dan toen mijn ontslag bekend werd. Opeens werd ik op de interne messenger aangesproken door collega’s die ik amper kende: ‘Ik hoor dat je gaat vertrekken? Good for you. Dit werk is zo erg!’ Even later: ‘Ik zou ook graag ander werk doen, maar de crèche van mijn dochtertje is hier vlakbij.’ Weer later: ‘Heel gauw ben ik hier ook weg. Ik heb bijna genoeg gespaard voor mijn wereldreis.’ Deze mensen verdienen het niet om te worden belachelijk gemaakt in een poging tot satire: dit vraagt om medeleven en begrip.
Ook gemerkt: hoe groter het bedrijf, hoe idioter de huisregels. Uit de bezigheidstherapie van vergaderingen gutst een stroom regeltjes en voorschriften. Na hoeveel rinkels de telefoon moet worden opgenomen. Dat je in de trainingssessies niet mag spreken over positieve en negatieve punten, maar over positieve en ‘deltapunten’ (want dat klinkt minder stigmatiserend). Welk label er moet kleven op het kabeltje van de waterkoker in de keuken. Hoe de digitale handtekening onderaan een mail er moet uitzien. (In Verloren maandag verandert de hoofdpersoon de digitale handtekening van een collega, van Office Manager in Office Slut. Flauw, maar begrijpelijk.)
Voor een portret van het kantoorleven ben je beter af met De menselijke factor van François Emmanuel. Die schreef o.m., over de regeltjesstroom: ‘Achter elk streven naar volmaaktheid gaat een geweldige angst voor de leegte schuil.’
Niettemin, de realiteit haalt het altijd. Mijn laatste werkdag begon met de vaststelling dat mijn toegang tot het netwerk een dag te vroeg was uitgeschakeld. IT beloofde een ‘ticket’ (= dossiertje) te maken, maar om mij opnieuw toegang te verschaffen, hadden ze toestemming nodig. Van mijn supervisor (maar die was op vakantie in Singapore), of haar vervanger (maar die was ziek) of hààr vervanger (maar die had wel wat anders aan haar hoofd dan een medewerker van iemand anders uit de administratieve puree te halen). Dus heb ik nog een paar uur met mijn duimen gedraaid.
Met m’n zus gewhatsappt. Krantje gelezen. Even met mijn moeder bellen op kosten van de firma. Daarna een vroege en lange lunch. En ten slotte, rond 14u, ben ik handjes gaan schudden en heb ik het gebouw verlaten.
Kantoorwerk is niet normaal, man.
Deze column viel te lang uit voor de krant en verschijnt dus exclusief op m'n blog.
Mensen die repetitief en in wezen onbelangrijk kantoorwerk verrichten, zoeken troost bij elkaar. Op geen moment heb ik dat beter gemerkt dan toen mijn ontslag bekend werd. Opeens werd ik op de interne messenger aangesproken door collega’s die ik amper kende: ‘Ik hoor dat je gaat vertrekken? Good for you. Dit werk is zo erg!’ Even later: ‘Ik zou ook graag ander werk doen, maar de crèche van mijn dochtertje is hier vlakbij.’ Weer later: ‘Heel gauw ben ik hier ook weg. Ik heb bijna genoeg gespaard voor mijn wereldreis.’ Deze mensen verdienen het niet om te worden belachelijk gemaakt in een poging tot satire: dit vraagt om medeleven en begrip.
Ook gemerkt: hoe groter het bedrijf, hoe idioter de huisregels. Uit de bezigheidstherapie van vergaderingen gutst een stroom regeltjes en voorschriften. Na hoeveel rinkels de telefoon moet worden opgenomen. Dat je in de trainingssessies niet mag spreken over positieve en negatieve punten, maar over positieve en ‘deltapunten’ (want dat klinkt minder stigmatiserend). Welk label er moet kleven op het kabeltje van de waterkoker in de keuken. Hoe de digitale handtekening onderaan een mail er moet uitzien. (In Verloren maandag verandert de hoofdpersoon de digitale handtekening van een collega, van Office Manager in Office Slut. Flauw, maar begrijpelijk.)
Voor een portret van het kantoorleven ben je beter af met De menselijke factor van François Emmanuel. Die schreef o.m., over de regeltjesstroom: ‘Achter elk streven naar volmaaktheid gaat een geweldige angst voor de leegte schuil.’
Niettemin, de realiteit haalt het altijd. Mijn laatste werkdag begon met de vaststelling dat mijn toegang tot het netwerk een dag te vroeg was uitgeschakeld. IT beloofde een ‘ticket’ (= dossiertje) te maken, maar om mij opnieuw toegang te verschaffen, hadden ze toestemming nodig. Van mijn supervisor (maar die was op vakantie in Singapore), of haar vervanger (maar die was ziek) of hààr vervanger (maar die had wel wat anders aan haar hoofd dan een medewerker van iemand anders uit de administratieve puree te halen). Dus heb ik nog een paar uur met mijn duimen gedraaid.
Met m’n zus gewhatsappt. Krantje gelezen. Even met mijn moeder bellen op kosten van de firma. Daarna een vroege en lange lunch. En ten slotte, rond 14u, ben ik handjes gaan schudden en heb ik het gebouw verlaten.
Kantoorwerk is niet normaal, man.
Deze column viel te lang uit voor de krant en verschijnt dus exclusief op m'n blog.
Het enige leuke kantoorwerk vindt
BeantwoordenVerwijderenplaats in "Toren C".
Joke van Overbruggen, Nuenen