maandag 6 april 2015

EI // Een mespuntje ocfentanyl

In de week voor en de week na Pasen publiceer ik, naast mijn dagelijkse "literaire posts", in totaal vier aan de actualiteit verbonden columns, onder de titel "EI". Vier gratis paaseieren.


‘Het Belgisch Early Warning System voor Drugs (BEWSD) waarschuwt voor een poeder dat de stof “ocfentanyl” bevat en erg gevaarlijk is voor de gezondheid. “Gebruikers lopen een ernstig risico op een overdosis, met een duidelijk verhoogde kans op overlijden”, zo meldt het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.’ 
Dit is de eerste alinea van een Belga-bericht, gevonden op de site van De Morgen. Uit de rest van het artikeltje valt niet af te leiden of ocfentanyl op straat onder zijn eigen merknaam wordt verhandeld, dan wel of het product wordt aangeboden als heroïne. Erg gebruiksvriendelijk kun je ze dus niet noemen, het product zo min als het artikel. 
Wel nam de Belga-journalist de moeite om te melden: ‘De aankoop en consumptie van illegale drugs is strikt verboden in België.’ 
Wat ben je met een verbod op drugs? Heeft Amerika’s oorlog tegen drugs de laatste decennia iets opgeleverd? De overheid ontloopt hier haar verantwoordelijkheid. Drugs worden hoe dan ook gebruikt. Door verveelde tieners, mensen met aanleg voor verslaving, hardwerkende managers, doodgewone mensen die fuiven in het weekend to the next level willen nemen, enzovoort enzoverder. 
Zelfs ik, brave Hendrik 2.0, heb wel eens iets uitgeprobeerd — zij het nooit heroïne, of enige horrortoestand met naalden. 
Toch vind ik een gebrekkige consumentendienst het grootste probleem. Onze voedingsmiddelen worden terdege gecontroleerd, maar van het witte poeder dat ze je op straat en via het internet aanbieden, moet je op erewoord geloven dat het is wat het “zegt op de doos”. Is het cocaïne? Zo ja, van Aldi- of Delhaize-kwaliteit? (Een tip: het is van Aldi-kwaliteit als ze het aanbieden onder de naam ‘cacoina’.) Zo nee, wat zit er dan in dat poeder? Detergent, gemalen glas of een snuifje ocfentanyl? In welke omstandigheden is het geproduceerd, verwerkt, vervoerd, verhandeld? Eet u het vlees van een dier dat u niet kent, dat god mag weten waar en wanneer geslacht is en dat ontelbare ongezonde additieven kan bevatten? Ja, oké, uiteraard doet u dat, iedereen eet wel eens bij McDonalds, maar u begrijpt me. 
Noem mij gerust raar, maar ik snuif of slik niets dat niet wordt geleverd in een zakje met een ‘Biologisch geteeld’-sticker en zo’n kadertje met calorie-info. 
Als Europa amper incidenten met schietgrage frustro’s te verwerken krijgt, dan is dat omdat onze wapenwetten stringenter zijn dan die van de VS. En terecht. De verkoop van gevaarlijke producten moet in goede banen worden geleid door de overheid, minstens in vredestijd. 
Die strategie werkt prima met vuurwapens, dus waarom ze niet kopiëren voor drugs? Is het idee van een door de overheid uitgebate of in concessie gegeven drugswinkel echt te gek voor woorden? Je zou er “schone” producten kunnen kopen. Met een beetje administratie kun je bijhouden welke klanten er gevaarlijk dicht bij een echte verslaving komen. En de overheid zou er netjes aan verdienen. Net als bij de tabaksverkoop. Of is dàt geen ongezond, verslavend product soms? 

Mijn gevoel voor zelfkritiek heeft twee opmerkingen bij het bovenstaande: 

  1. Eerst schreef ik ‘te knetter voor woorden’, maar dat heb ik afgeslankt tot ‘te gek voor woorden’. Ik wil niet zo’n columnist worden à la Joachim Pohlmann (romancier slash N-VA-woordvoerder slash De Morgen-columnist), die zijn tekst onleesbaar maakt met allerlei gezochte taalgekkigheidjes. 
  2. Er staat in dit stukje niets wat niet al honderd keer eerder geschreven is. Het is cliché, gerecycleerd denkwerk, enfin, amper -wérk, ik aarzel het online te zetten. Maar kijk, een paradox: al is het dan allemaal vreselijk cliché, toch is de kans dat het werkelijkheid wordt bijzonder klein. Ieder mens kan het bovenstaande bedenken, maar geen politicus zou het in zijn hoofd halen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten