Het kortverhaal heeft minder fans dan de roman en dat is begrijpelijk. In een goede roman worden verhaal en personages één keer geïntroduceerd en daarna grondig uitgediept. Er is ruimte voor evolutie en verrassing. In een kortverhalenbundel moet je je bij elk verhaal opnieuw oriënteren: wie spreekt er en waarover, wat gebeurt er en waar? Daar hebben veel lezers blijkbaar geen zin in. En het is nog maar de vraag of die extra inspanning ook iets oplevert.
Neem nu ‘Kort bij de zon is het warm’, het eerste verhaal in de bundel waarmee Frederik Willem Daem debuteert. We bevinden ons in de VS, bij een zwart gezin. Ze zitten voor de televisie, waarop live een achtervolging getoond wordt: de politie zit een Nissan Primera achterna. Het gezin denkt die wagen te herkennen. Het moet de Nissan van hun Dennis zijn. En inderdaad, het is ‘m. Waarna het slecht afloopt met Dennis. Einde.
Wat moeten we hiermee? We kennen de personages niet, we kennen Dennis niet, we weten zelfs amper wat er gebeurt. Er overkomt dit gezin iets dramatisch, maar de lezer haalt er de schouders bij op. Dit zou het begin van een roman kunnen zijn. Of het einde. Whatever. Nu is het niets.
Er staan meer verhalen in dit boek die het stadium van de schets niet overstijgen. ‘Vechtende cirkels’, over de naweeën van een echtscheiding. Waarom bestuderen we vijf bladzijden lang het rookgedrag van deze personages en verdwijnen ze daarna alweer in het niets?
Als Zelfs de vogels vallen belangstelling wekt, dan is dat omdat Daem minstens een zekere gretigheid toont. Hij probeert veel dingen uit: een verhaal vanuit het perspectief van een kind, opgeschreven in dialect-Vlaams (‘Monstertjes II’), een lang interview met een personage (in het titelverhaal), een dromerige Parijse nachtwandeling die ontaardt in een nachtmerrie (‘Voorbij de klif’), enzovoort. Zijn verhalen spelen zich af in Vlaanderen, maar ook in de VS, in Frankrijk, in Spanje. Soms voert hij zichzelf op, maar even vaak doet hij moeite om personages te verzinnen. Dit alles toont een ambitieus auteur. Het toont ook een auteur die te vroeg gedebuteerd is: deze vingeroefeningen hebben alleen belang voor de uitgever, die er een belofte voor de toekomst in mag zien. Voor de lezer is dit boek gewoon niet bedoeld.
Persoonlijk maak ik ook bezwaar tegen de storende Vlaamsigheden in Daems proza. ‘De’ in plaats van het parfum, ‘toekomen’ in de betekenis van ‘voldoende geld hebben’... Ik vind dit lelijk. En aan sommige zinnen merk je dat Daem zijn taal niet beheerst. Als een man badzout in het water strooit: ‘Kwistig met de inhoud duwt het gruis zich in zijn billen en onderrug.’ Dus dat badzout is kwistig met zichzelf? Vlaamse literatuur goes Pixar.
Daem zal ooit iets goeds schrijven, maar dit jaar nog niet.
Frederik Willem Daem, Zelfs de vogels vallen en andere verhalen.
De Bezige Bij, 190 blz., € 17,50

Geen opmerkingen:
Een reactie posten