zaterdag 9 januari 2016

Recensie // Fragmenten uit het wolkenhuis

Paul Baeten Gronda’s vijfde roman, Wanderland, is een gewichtloos boek over gewichtige onderwerpen. 

Acht jaar nadat hij in de Vlaamse letteren werd gelanceerd als de belangrijkste nieuwigheid sinds gesneden brood, heeft Paul Baeten Gronda eindelijk een boek geschreven waarvan je in alle ernst kunt zeggen: kijk, dàt is nu eens een mooi debuut
In Wanderland, geen spoor meer van de puberale aanstellerigheid, de platte misantropie en technische slordigheden van zijn eerste romans. Allerlei elementen uit die eerste drie romans komen terug, maar nu zijn ze in elkaar gepuzzeld tot een subtiel, soms ontroerend boek over een familie zonder samenhang, en een man die moet leren om te gaan met verlies. Het is een korte roman (218 bladzijden, waarvan 20 pagina’s met minder dan tien lijnen tekst erop en maar liefst 32 blanco vellen), maar dat is goed, want zoals de Nederlanders zo graag zeggen: er staat geen woord te veel in.

Wanderland gaat over de succesrijke kunstschilder Igor Nast, die naar het sterfbed van zijn vader wordt geroepen. Hij heeft amper een band met de man, die er drie of vier huwelijken op heeft zitten. In Hans Nasts huis in Zwitserland wachten Igors half-broers en -zussen op het overlijden: een ongemakkelijke situatie voor een familie die vooral erg goed is in het houden van afstand. 
Er zijn twee dingen die extra druk op de ketel zetten. Ten eerste heeft Igor enkele jaren geleden een verliefde verloren, en het is duidelijk dat hij niet over haar verdwijning uit het ‘wolkenhuis’ heen is:

Charlie Days had de glazen schuifdeur open laten staan en daarna had ik geslapen en toen ik wakker werd in de namiddag merkte ik dat er iets was veranderd. Dat was dag één geweest. De dag waarop ik hier in Luzern arriveerde was dag duizend.

Sindsdien heeft hij ‘geen penseel gezien’. 
En ten tweede heeft Igor in het verleden wel eens fysiek uitgehaald, als het leven hem te veel werd. Enkele flashforwards roepen de vraag op: is Charlie Days uit vrije wil vertrokken, of heeft Igor haar een vuistje geholpen? 
Dit kleine thriller-element niet te na gesproken, is Wanderland een melancholische roman over gebrek aan connecties. Igor heeft geen relatie, zijn moeder is dood, zijn vader ligt op sterven en zijn half-broers en –zussen ziet hij zo goed als nooit. Hij is alleen verantwoordelijk voor zijn eigen leven en kijkt gefascineerd naar de keuzes die sommige van zijn familieleden gemaakt hebben – met name de energie die zijn half-broer Robert stopt in de opvoeding van zijn kind, een jongen met Down-syndroom. 
Igor is bang om ‘nergens echt te zijn wanneer het leven stopt’. Als vader Nast hem het voorstel doet om er vandoor te gaan, naar de plek die hij verbindt met de enige échte liefde in zijn leven, ziet Igor een kans op toenadering en stemt toe. 

We leven nu in een wereld waarin alles anders kan’, laat Baeten Gronda zijn Igor ergens denken. ‘Alles kan voortdurend anders, alsof iedereen de schroeven hoogstens half vastdraait zodat hij nog van idee kan veranderen.’ Dat is helemaal geen gekke samenvatting van onze tijd, en het mooie is dat het personage Igor die kleine sociologische bedenking helemaal ís. Zijn mini-odyssee in dit boek is om te leren enkele schroeven aan te draaien. Zijn familie doorloopt de tegenovergestelde ontwikkeling: in het laatste (en beste) deel van het boek, na het overlijden van de stamvader, komt het tot enkele uitbarstingen en wat op losse schroeven stond, komt definitief los. Dit voorkomt een eendimensionaal happy-end: het vastdraaien van die “schroeven” mag dan wel belangrijk zijn, we moeten ons niet wijsmaken dat de dingen definitief op hun plaats blijven. 
Wat staat er tegenover het verlies? De liefde, uiteraard. Tot twee keer toe wordt die expliciet besproken. Eerst in een twistgesprek tussen Igor en zijn agent Frank. ‘Gemis, verlangen en hartenpijn waren iets waar je in deze eeuw echt niet meer mee kon werken, volgens Frank.’ ‘Niemand gelooft nog in de liefde’, zegt hij. Igor, geërgerd, maakt een kunstwerk met schetsen van zijn verdwenen geliefde en noemt het ‘War/Heart’, hamerprijs: vierenhalf miljoen dollar. De liefde is wèl nog een thema, zolang je dat maar niet luidop zegt. 
En later, in een gesprek tussen Igor en zijn vader, zegt Hans Nast: 

Mensen praten te vaak over verliefd worden als een ziekte, iets wat je verblindt in de naam van voortplanting van de soort. (...) Mij lijkt het eerlijk gezegd de enige staat van helderheid.

Dat lijkt zwaarwichtig, maar Wanderland vindt precies de juiste balans: tussen heavy emoties en een uit fragmenten opgebouwd verhaal, dat slechts met losse schroeven vastgezet is. Zoals de titel al aangeeft is het een meanderende vertelling, waarin niets terug te vinden is van het pocherige uit Gronda’s vroegere werk. Onderwerpen en emoties hebben hun plaats gevonden. Wanderland lijkt me een belangrijk boek binnen het werk van Paul Baeten Gronda, maar ook los daarvan, doodsimpelweg, een aanrader. 

Paul Baeten Gronda, Wanderland
Hollands Diep, 222 blz., € 19,99/9,99 (paperback/e-boek)
Deze recensie verscheen in de Standaard der Letteren van vorige vrijdag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten