De romans van tv-beroemdheid Ish Ait Hamou verkopen als mierzoete broodjes. Een verdiend succes? Een wonderkind of een total loss? Voor Staalkaart las ik de volledige Hamou. Ik vond een kenner van de ziel, maar niet van literatuur. Een artikel in twee delen plus een extraatje.
De problemen zijn dezelfde in alle drie de boeken en mogen gerust systeemfouten van Ish Ait Hamous schrijverschap genoemd worden.
Eén probleem is dat Hamou zijn personages geen centimeter vrijheid gunt. Ze zijn machteloze speelballen: van hun emoties, van het toeval, van het noodlot... Wat hen overkomt, wordt niet voorbereid, volgt niet uit eerdere beslissingen of ontwikkelingen. Het gebeurt gewoon. En het had dus net zo goed niet kunnen gebeuren.
Hamou vat niet dat een verhaal meer is dan een ketting van gebeurtenisjes. Een verhaal staat ook toe over de wereld te spreken, maar dat doet hij nooit. Een verhaal staat toe om menselijke relaties te analyseren, maar Hamou komt niet verder dan boekskes-psychologie. Personages kramen zonder verpinken de ergste psycho-babble uit. ‘Ik denk dat ik de weg naar mezelf ben kwijtgeraakt’, zegt Rachella. Dokter Sheila beseft dat ze een bepaald ‘gevoel (...) nooit heeft kunnen verwerken’, ook al heeft ze het ‘een plaats kunnen geven’. Emoties en vleeswaren: het gaat allemaal door de verwerkende industrie.
Psycho en babble vinden hun perfecte fusie in deze taalpuree uit de mond van Sulayman: ‘Als ik denk over probleem, probleem wordt groter en groter en mijn hoofd booom. Daarom beter praten.’ Jij niets anders kennen dan Flair-wijsheden; daarom beter mond houden.
Een tweede systeemfout is de taal.
Eerst wat voorbeeldjes van de clichés die Hamou op zijn verhaal strooit zoals een kind hagelslag op z'n boterham. ‘Na al die jaren dacht ik dat het vuur van die droom voorgoed gedoofd was’. In een moskee hangt een ‘gewijde sfeer’. ‘De jaren regen zich aaneen’. Enzovoort, doorlopend.
Voorbeeld van kitsch: ‘Het koude asfalt (...) haalde mijn huid open, tot er tranen van bloed uit opwelden’. Of nog, over mensen die elkaars taal niet spreken: ‘...alsof ze niet met haar oren, maar met haar hart luisterde’. En dit: ‘ik kon het verdriet voelen tintelen in zijn vingertoppen’. Het ene personage kan dat verdriet voelen in de hand van een ander, bij een handdruk.
Voorbeeld van stunteltaal: ‘Zijn hand strekte zich uit naar de kleine tafel tussen de twee banken die aan de wand onder het raam bevestigd was.’ Knap van die hand, de weg vinden in zo’n rommeltje. En wat te denken van dat ‘bevestigen’? Wat zitten we hier te lezen, een handboek uit de opleiding ‘Schrijnwerkerij’? Dergelijke zinnen zijn het houtschaafsel dat een goede schrijver op de grond laat vallen.
Voorbeelden van onlogische zinnen: ‘Een hele dag lang zat hij naast haar bed terwijl de vrouw die hij liefhad tergend langzaam van het leven werd weggerukt.’ Tergend langzaam weggerukt, hoe kan dat nu? De racewagen scheurde aan 30 kilometer per uur over het asfalt. De dronkeman keuvelde opgewonden.
En een laatste bron van plaatsvervangende schaamte: de open deur. ‘Houd van het leven, of je zult geen rust kennen’, ‘geluk moest je vinden tijdens je leven. De dood wachtte je op met een oordeel, niet met een tweede kans’, ‘Maak je geen zorgen om morgen – samen komen we er wel doorheen’, ‘In het aanschijn van de dood besefte iedereen dat het leven maar een tijdelijke geneugte was’, en andere spreuken van de Bond zonder Naam.
Een verklaring (verschoning?) zou kunnen zijn dat Hamou te weinig gelezen heeft. In Hard hart laat hij zijn hoofdpersoon volgende beschrijving geven van een koffiebar/boekhandel. Ze hadden er ‘een kleine, maar oerdegelijke verzameling boeken. Ik liet mijn blik over de titels glijden en zag meteen klassiekers als The Great Gatsby en De alchemist van Paulo Coelho.’ Niets in die passage laat vermoeden dat hij zijn hoofdpersoon opzettelijk een faux pas laat maken, dus is er maar één conclusie: Hamou ziet zélf het verschil niet tussen F. Scott Fitzgeralds prachtboek en de holistische zweefquatsch van Coelho.
Je zou hem Charles Dickens willen aanraden, omdat hij de luchtige avonturenroman nog wel in de vingers kan krijgen. Je zou hem Virginia Woolf willen aanraden, zodat hij leert naar details te krijgen, in plaats van altijd voor de grove lijn en het dito cliché te gaan. Je zou hem The Great Gatsby willen aanraden, om te leren hoe je personages met grijstinten, échte mensen dus, neerzet.
Het is pijnlijk, maar uit al deze boeken blijkt dat Hamou nog niet klaar was om gepubliceerd te worden. Het is allemaal te snel gegaan, en zijn uitgever heeft voor het snelle gewin gekozen. Tv-kijkend Vlaanderen trapte erin.
Zonde van al die mooie boeken, onverkocht in de winkels.
(Morgen: een extraatje.)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten