Het zevende seizoen laat nog bijna een jaar op zich wachten. In de tussentijd kunnen fans van Game of Thrones misschien het boek van de serie lezen: Tolstojs Oorlog en vrede.
Dit is de tweede helft van een tekst die eerder verscheen in Staalkaart.
Chaostheorie
Tolstoj illustreert deze opvatting met passages waarin hij de strategie van de grote veldheren naar de prullen- mand verwijst, op de ironieën van de geschiedenis wijst, of op de onmogelijkheid om grote groepen mensen te sturen. Tolstoj was gefascineerd door de beweging van de massa. Het leger van de Russen, schrijft hij, trekt zich ‘monter’ op gang, ondanks de tegenzin van de officieren: de sfeer is onafhankelijk van de bevelvoerders. Maar na een uur marcheren door dichte mist, is er plots een kentering, ‘een onplezierig besef van wanorde en verkeerde beslissingen’ die door de massa trekt. Let op de ietwat nuffige verwoording: er is geen sprake van onheil of wanhoop, maar van ‘een onplezierig besef’, vergelijkbaar met wat je voelt als je ex onverwacht op een feestje verschijnt, zoiets. ‘Hoe zo’n gevoel zich voortplant’, schrijft Tolstoj, ‘is moeilijk te bepalen, maar het is zeker dat het zich buitengewoon nauwkeurig en snel verspreidt, even onwaarneembaar en onstuitbaar als water in een bergvallei.’ (p. 347)
Elke poging om achteraf de logica te vinden in de loop van de water, is gedoemd te mislukken. Daarbij, onoverzichtelijke feiten hebben haast vanzelf de neiging om in een bepaalde vorm te “vallen”, illustreert Tolstoj. Als de jonge, idealistische militair Rostov terugkeert van de oorlog en over zijn wederwaardigheden vertelt, merkt hij dat het verhaal zich vormt naar de toehoorders, en niet naar de feiten zoals hij die kent.
Dit is de tweede helft van een tekst die eerder verscheen in Staalkaart.
Chaostheorie
Tolstoj illustreert deze opvatting met passages waarin hij de strategie van de grote veldheren naar de prullen- mand verwijst, op de ironieën van de geschiedenis wijst, of op de onmogelijkheid om grote groepen mensen te sturen. Tolstoj was gefascineerd door de beweging van de massa. Het leger van de Russen, schrijft hij, trekt zich ‘monter’ op gang, ondanks de tegenzin van de officieren: de sfeer is onafhankelijk van de bevelvoerders. Maar na een uur marcheren door dichte mist, is er plots een kentering, ‘een onplezierig besef van wanorde en verkeerde beslissingen’ die door de massa trekt. Let op de ietwat nuffige verwoording: er is geen sprake van onheil of wanhoop, maar van ‘een onplezierig besef’, vergelijkbaar met wat je voelt als je ex onverwacht op een feestje verschijnt, zoiets. ‘Hoe zo’n gevoel zich voortplant’, schrijft Tolstoj, ‘is moeilijk te bepalen, maar het is zeker dat het zich buitengewoon nauwkeurig en snel verspreidt, even onwaarneembaar en onstuitbaar als water in een bergvallei.’ (p. 347)
Elke poging om achteraf de logica te vinden in de loop van de water, is gedoemd te mislukken. Daarbij, onoverzichtelijke feiten hebben haast vanzelf de neiging om in een bepaalde vorm te “vallen”, illustreert Tolstoj. Als de jonge, idealistische militair Rostov terugkeert van de oorlog en over zijn wederwaardigheden vertelt, merkt hij dat het verhaal zich vormt naar de toehoorders, en niet naar de feiten zoals hij die kent.
Rostov was een eerlijke jongeman, en hij zou nooit opzettelijk een leugen vertellen. Hij was zijn verhaal begonnen met de bedoeling precies te vertellen hoe alles in zijn werk was gegaan, maar ongemerkt, ongewild en onherroepelijk ging hij over op leugens. Als hij de waarheid zou hebben verteld aan zijn toehoorders, die net als hij al talloze beschrijvingen van charges hadden gehoord en die zich een bepaald beeld hadden gevormd van wat er tijdens zo’n charge gebeurde en nu precies zo’n zelfde verhaal van hem verwachtten, dan zouden ze hem of niet geloofd hebben of, en dat was nog erger, ze zouden gedacht hebben dat het Rostovs eigen schuld was dat hem niet was overkomen wat al die andere vertellers van verhalen over caveleriecharges wel was overkomen.
Deze persoonlijke ervaring wordt later geëxtrapoleerd naar de hele bevolking van Moskou. Na het debacle bij Austerlitz voelen de Moskovieten ‘dat er iets mis was, en dat het moeilijk was om zich over deze slechte berichten een oordeel te vormen, en dat het maar beter was te zwijgen. Maar na enige tijd verschenen de heren van aanzien die de mening in de club bepaalden weer, als juryleden uit de raadkamers, en er werd een heldere en duidelijke uitspraak gedaan. Er werden oorzaken gevonden voor het ongelooflijke, ongehoorde en onmogelijke feit dat de Russen verslagen waren, en alles werd duidelijk, en overal, in alle uithoeken van Moskou, vertelde men hetzelfde verhaal.’
De macht van het individu
Ten slotte komt Tolstoj tot een nieuwe definitie van macht: ‘de collectieve wil van het volk overdragen op één enkele persoon’. Macht manifesteert zich in een persoon, wiens persoonlijke ambities en verlangens blijkbaar sporen met wat het volk als geheel wil. (Maar wie gelooft er vandaag de dag nog in een volk met één overtuiging?) Macht is ‘de samenhang die bestaat tussen de wilsuiting van een persoon en de uitvoering van die wil door anderen’. Meer nog dan in macht geloofde Tolstoj in veelheid, of chaos. Als het er op aankomt is het niet macht dat de beweging op gang brengt, alswel ‘de activiteit van alle personen die aan de gebeurtenissen deelhebben, en die zich altijd zo verenigen dat degenen die het grootste rechtstreekse aandeel in de gebeurtenissen hebben, ook de minste verantwoordelijkheid op zich nemen en omgekeerd.’
Een dergelijke mate van chaos verdraagt een goed verhaal niet. Fictie is sterker, logischer geordend dan de realiteit. Game of Thrones is een breed uitwaaierend verhaal, maar af en toe wordt de vraag gesteld hoe het conflict tussen de Starks en de Lannisters (seizoen 1), met de verwoestende burgeroorlog (seizoen 2 en 3) als gevolg, ooit begonnen is. Wie de serie niet kent, denkt dat het gaat om een ordinaire machtsstrijd, maar natuurlijk is het niet zo simpel. Het gaat over de steile waarden van de Starks tegen de rekkelijker moraal van de Lannisters. En zelfs dàt is niet het hele verhaal. In Game of Thrones is er immers een agent of chaos, al ontdekken we dat pas in de loop van het vierde seizoen.
Petyr “Littlefinger” Baelish, een hofintrigant zonder stamboom, heeft ervoor gezorgd dat de rechterhand van koning Robert Baratheon, de zogenaamde Hand of the King, vermoord zou worden. Hij voorzag dat de koning zijn oude strijdmakker Ned Stark te hulp zou roepen. Hij voorzag ook dat de strakke moraal van de Starks in botsing zou komen met het hofleven, gedomineerd door de Lannisters. Baelish zou het koninkrijk in brand steken als hij zelf koning van de ashoop kan worden, zegt Varys. Hij heeft gelijk, maar weet niet dat Baelish die brand al veroorzaakt heeft: de oorlog die uitbreekt, het eindeloze moorden, het is allemaal veroorzaakt door de vonk in het kruitvat, een vonk genaamd Petyr Baelish.
Ironisch genoeg is dit simpele feit – dat één man het vuur aan de lont kan steken – juist een argument voor het eindpunt van Tolstojs redenering: één mens kan het verschil maken. De individuele mens is namelijk altijd tegelijk vrij en gebonden, suggereert Tolstoj. Als bewoner van een bepaald land, met bepaalde wortels, in een bepaald tijdvak met bepaalde wetten, gedragen we ons onvrij – maar ook kleine individuele beslissingen kunnen invloed hebben. Dàt is wat de geschiedkunde dient te onderzoeken, zegt de auteur. Vrijheid is een onderwerp voor de filosofen, maar ‘de verschijningsvorm van de kracht van de mensen in ruimte, in tijd en in de afhankelijkheid van oorzaken’ is het werkterrein van de historici.
En allicht ook van de schrijvers. Dat is een doorlopend opdracht, die nog heel verschillende “ingekleurd” kan worden. In Oorlog en vrede focuste Tolstoj op de zoektocht naar zin: hoe mensen toch iets kunnen bijdragen aan de chaotische loop der geschiedenis. In Game of Thrones focussen de scenaristen op hoeveel idealen we ons nog kunnen permitteren, wat een gezworen eed nog waard is in een wereld vol verraad, wat individuele moraal vermag in een wereld zonder moraal. Dat is de aantrekkingskracht van Game of Thrones – niet de vraag wie er nú weer over de kling gejaagd gaat worden. Is macht een illusie, of een afspraak, een contract dat meteen opgezegd kan worden? Laten we ons bij de neus nemen, of hebben wij de touwtjes in handen?
Dit mag allemaal abstract geneuzel lijken, maar de vraag waar de macht precies schuilt vinden we nog elke dag in de krant. Zijn onze politici de speelbal van Europa, of van een economische elite? Heeft Erdogan grote macht, of staan we hem toe die illusie te wekken, omdat we hem nodig hebben? Heeft het Brexit-referendum de macht van het volk en de democratie bewezen, of juist de zwakheden ervan? Op het internet gaat de discussie verder: daar ligt de macht bij de zionisten en hun media, die controleren alles. Heeft het bedrijfsleven alle macht? En zo ja, waarom had het recente opiniestuk van enkele bedrijfsleiders over de “werven van België” dan geen enkel effect?
Zijn niet veel van de spanningen in onze samenleving het gevolg van het wegvallen van allerlei hiërarchische structuren? Macht haat een vacuüm, inderdaad, en dat is iets dat we vandaag een stuk acuter aanvoelen dan in de tijd van Napoleon.
L.N. Tolstoj, Oorlog en vrede. In 2006 verscheen een nieuwe, integrale vertaling, door Yolanda Bloemen en Marja Wiebes: eerst in de Russische Bibliotheek (twee gebonden boekdelen, samen € 85), daarna een ééndelige goedkope editie (€ 29,90), allebei verkrijgbaar bij Van Oorschot. De seizoenen 1 tot en met 6 van Game of Thrones zijn nu verkrijgbaar op dvd en BluRay. Vooral de eerste vier zijn zeer de moeite waard; daarna verliest de reeks kracht.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten