| Benali, het vroege werk. (c) Jairo Guerrero |
Tien jaar geleden schreef Abdelkader Benali, op dat moment een lieveling van het publiek en de kritiek, zijn meest ambitieuze roman. En zijn minst succesrijke. Nochtans is het een intrigerend werkstuk. Herlezing was dringend nodig.
Noem het beroepsernst, noemt het waanzin. Tien jaar geleden schreef ik voor De Standaard een recensie over een roman van een Nederlandse schrijver, en die is als een doorn in mijn zij blijven zitten. In de tussentijd heb ik veel boeken naar De Slegte gebracht, maar Feldman en ik niet. Dat boek van Abdelkader Benali heb ik altijd laten staan, denkend: dat moet ik ooit nog eens herlezen, om te weten te komen waar die recensie indertijd precies ontspoord is.
Dat is wat ik nu ga doen, op m’n gemak. Vijftig bladzijden per dag, zodat ik een week met het boek “leef”.
Het was een redelijk lovende recensie, vermoedelijk omdat ik het boek niet goed snapte en uit voorzichtigheid mijn oordeel liet overhellen naar de positieve kant. Dat deden wel meer critici in die tijd, waar het Benali betrof. Benali’s eerste romans werden hemelhoog geprezen, bekroond en gretig gekocht. Met Feldman en ik zette de neergang in. Een nieuw boek van Benali wordt vandaag veel minder enthousiast onthaald. In Vlaanderen komt hij zelfs gemakkelijk op het stapeltje “laat maar zitten” terecht. Als er íemand een comeback nodig heeft, dan wel Benali.
Feldman en ik speelt zich af in de toekomst. De chirurgie heeft grote stappen gezet. Transplantaties en lichaamscorrecties zijn doodgewoon geworden. Haast niemand heeft nog een “natuurlijk” lichaam. Zij die op hun twintigste nog niets hebben laten corrigeren, zoals Andes Miskin, de verteller, worden zelfs achterdochtig bekeken. Een wildvreemde, tegen Miskin: ‘Je bent nog niet veranderd, (...) dat is vreemd, want op jouw leeftijd begint de grote schoonmaak zo’n beetje.’
Miskin en zijn beste vriend aan de universiteit, de flamboyante Maxime Feldman, hebben goede redenen om “natuurlijk” te willen blijven. Als schoonheid te koop is, verliest het zijn ‘bijjzonderheid’, aldus Miskin: de chirurgie leidt tot waardenverlies. En bovendien draait op die manier alles rond het lichaam, klaagt Feldman:
Dat is wat ik nu ga doen, op m’n gemak. Vijftig bladzijden per dag, zodat ik een week met het boek “leef”.
Het was een redelijk lovende recensie, vermoedelijk omdat ik het boek niet goed snapte en uit voorzichtigheid mijn oordeel liet overhellen naar de positieve kant. Dat deden wel meer critici in die tijd, waar het Benali betrof. Benali’s eerste romans werden hemelhoog geprezen, bekroond en gretig gekocht. Met Feldman en ik zette de neergang in. Een nieuw boek van Benali wordt vandaag veel minder enthousiast onthaald. In Vlaanderen komt hij zelfs gemakkelijk op het stapeltje “laat maar zitten” terecht. Als er íemand een comeback nodig heeft, dan wel Benali.
Feldman en ik speelt zich af in de toekomst. De chirurgie heeft grote stappen gezet. Transplantaties en lichaamscorrecties zijn doodgewoon geworden. Haast niemand heeft nog een “natuurlijk” lichaam. Zij die op hun twintigste nog niets hebben laten corrigeren, zoals Andes Miskin, de verteller, worden zelfs achterdochtig bekeken. Een wildvreemde, tegen Miskin: ‘Je bent nog niet veranderd, (...) dat is vreemd, want op jouw leeftijd begint de grote schoonmaak zo’n beetje.’
Miskin en zijn beste vriend aan de universiteit, de flamboyante Maxime Feldman, hebben goede redenen om “natuurlijk” te willen blijven. Als schoonheid te koop is, verliest het zijn ‘bijjzonderheid’, aldus Miskin: de chirurgie leidt tot waardenverlies. En bovendien draait op die manier alles rond het lichaam, klaagt Feldman:
Ik wil me er niet bij neerleggen dat alleen mijn lichaam telt en dat de geest van ondergeschikt belang is, ik wil niet rondknallen in die heksenketel van voortdurende vernieuwing, ik wil niet het gevoel hebben een vioolsonate uit te voeren die steeds sneller gespeeld moet worden om de aandacht van het publiek vast te houden.
Zou dat zijn hoe Benali zich toen voelde? Te zeer in het oog van het publiek, onder druk van te hoge verwachtingen? Misschien is dat ook de biografische aanleiding voor een andere obsessie van zijn personages Andes en Maxime: verdwijnen. Andes probeert te verdwijnen in de massa, onopgemerkt te blijven. Maxime wordt er, jaren later, van verdacht zijn eigen dood te hebben geënsceneerd.
Misschien dat ik Feldman en ik in 2006 zo optimistisch tegemoet trad, omdat van bij het begin duidelijk is dat Benali andere paden opzoekt. De hijgerige stijl van zijn vroegste boeken (Bruiloft aan zee, De langverwachte) is hier sterk afgezwakt. De scènes zappen nog wel van hot naar her, maar de toon is kalmer, de beeldspraak loopt op het pad, niet op het gras links en rechts. Maar na het lezen van bladzijden 1 tot en met 50 weet ik nog niet of ik me indertijd zwaar vergist heb door Feldman en ik het voordeel van de twijfel te gunnen.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten