Tien jaar geleden schreef Abdelkader Benali, op dat moment een lieveling van het publiek en de kritiek, zijn meest ambitieuze roman. En zijn minst succesrijke. Nochtans is het een intrigerend werkstuk. Herlezing was dringend nodig.
Hij is de kamer uit! Godzijdank, al maakt Andes’ bezoek aan zijn kantoor de verhaallijn niet duidelijker. Alles lijkt nu te draaien rond de pop die eerder kwansuis werd geïntroduceerd. Allerlei schimmige partijen zitten achter die pop aan. ‘Je zult op een gegeven moment begrijpen waarom je moeder die pop wilde verbranden’, zegt iemand, een gevaar vanuit het speelgoedding suggererend. Intussen blijft Benali op olijke toon somberheden verkondigen.
Het allermerkwaardigste vind ik dat de verkrachtingsscène uit mijn geheugen verdwenen was. Andes wordt in een val gelokt en op een winderig braakliggend veldje gedwongen tot orale seks, door een jongen met ‘het gezicht van een reisleider of touroperator door het land van het lijden’. ‘Ik voelde er niets voor, het stuk vlees keek me glazig aan, er lag voorzaad op zijn eikel en het stuk vlees leek als een stuk hart te kloppen. “Wie a zegt, moet ook b zeggen,” fluisterde ik mezelf moed in. Spreekwoorden hadden me altijd door de moeilijkste momenten geholpen.’ Een olijk toontje, ik zei het al.
Ik sla hier een stuk over – anders wordt mijn blog offline gehaald. We keren terug naar de scène als de verkrachter letterlijk om genade smeekt, zijn orgasme naderend. ‘Het was vreemd om deze jongen om genade te horen roepen, het was alsof je Milosevic “Ik ben dol op aardbeientaart” zou horen zeggen, of Osama bin Laden “Van Dickens heb ik nooit genoeg gekregen”.’
Hij is de kamer uit! Godzijdank, al maakt Andes’ bezoek aan zijn kantoor de verhaallijn niet duidelijker. Alles lijkt nu te draaien rond de pop die eerder kwansuis werd geïntroduceerd. Allerlei schimmige partijen zitten achter die pop aan. ‘Je zult op een gegeven moment begrijpen waarom je moeder die pop wilde verbranden’, zegt iemand, een gevaar vanuit het speelgoedding suggererend. Intussen blijft Benali op olijke toon somberheden verkondigen.
Het allermerkwaardigste vind ik dat de verkrachtingsscène uit mijn geheugen verdwenen was. Andes wordt in een val gelokt en op een winderig braakliggend veldje gedwongen tot orale seks, door een jongen met ‘het gezicht van een reisleider of touroperator door het land van het lijden’. ‘Ik voelde er niets voor, het stuk vlees keek me glazig aan, er lag voorzaad op zijn eikel en het stuk vlees leek als een stuk hart te kloppen. “Wie a zegt, moet ook b zeggen,” fluisterde ik mezelf moed in. Spreekwoorden hadden me altijd door de moeilijkste momenten geholpen.’ Een olijk toontje, ik zei het al.
Ik sla hier een stuk over – anders wordt mijn blog offline gehaald. We keren terug naar de scène als de verkrachter letterlijk om genade smeekt, zijn orgasme naderend. ‘Het was vreemd om deze jongen om genade te horen roepen, het was alsof je Milosevic “Ik ben dol op aardbeientaart” zou horen zeggen, of Osama bin Laden “Van Dickens heb ik nooit genoeg gekregen”.’
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten