dinsdag 12 juli 2022

De schaduwkaart (work in progress, 7/11)

‘Behalve dat de Pruisische kanselier Otto von Bismarck… zeg maar: hun premier… hierin een uitgelezen gelegenheid zag om een oorlog met Frankrijk uit te lokken. Daar zat hij namelijk al een tijdje op te vlassen.’ 
‘Waarom?’ 
Henri opende zijn mond, maar vond niet meteen het antwoord op zo’n eerder morele dan praktische vraag. ‘Von Bismarck kortte de tekst van het telegram in, totdat het leek of de koning zich sarcastisch en beledigend uitdrukte. Hij verdraaide dus de woorden van zijn eigen koning. Die tekst lekte hij naar de dagbladen, en toen de Fransen vernamen in welke bewoordingen de Pruisische koning over hun keizer sprak, verloor iedereen daar zijn sangfroid. Op 15 juli heeft Frankrijk Pruisen de oorlog verklaard. Precies wat Bismarck wou, want zíjn troepen stonden klaar. Ze zijn beter getraind, beter georganiseerd, voorzien van nieuwere technologie, krachtiger dan eender wat de Fransen in stelling kunnen brengen. Ook zijn er het laatste decennium kilometers en kilometers nieuwe spoorwegen aangelegd in Pruisen. Terwijl de Fransen nog te voet onderweg waren naar hun legereenheden, reden de Pruisische troepen al met de trein tot vlak aan de grens.’ 
‘Hoe weten we dit allemaal?’ 
‘Dankzij de Engelse verslaggevers die in Frankrijk zijn achtergebleven sinds de oorlogsverklaring. Zij zijn onze enige betrouwbare bron van informatie. Dankzij hen weten we, bijvoorbeeld, dat de Fransen de oorlog introkken met alleen maar kaarten van Pruisen – níet van hun eigen land. Aan bravoure heeft het hun nooit ontbroken.’ 
‘En nu stoten de Pruisen door naar Parijs, omdat…?’ 
Henri trok een gezicht en stond op van het krukje. ‘Omdat ze het kunnen. Het is heel onwaarschijnlijk dat de Pruisen Frankrijk echt willen innemen. Veel te lastig. Ze zullen gewoon hun macht tonen, de hoofdstad grijpen en zich vervolgens laten uitkopen. Het zal de Fransen uitzinnig veel geld kosten en hun diep grieven.’ 
‘Dit mag een heel naïeve vraag zijn, maar kan u dan niet gewoon even antichambreren? Tot de boel daar uitgeklaard is?’ 
‘Voordat het zover komt zullen er nog veel militaire én gewone burgers het slachtoffer worden van de oorlog,’ zei Henri. ‘Parijs zal furieus verdedigd worden. Als de stad valt, wat mij onvermijdelijk lijkt, nemen de Pruisen misschien wraak op de inwoners: bloed in de straten. Nee, ik snap best waarom vader Ducasse zijn zoon daar nu meteen weg wil.’ 
‘Dat was haar vraag niet,’ zei Hellens. ‘De vraag is waarom jij daar heen wil.’ 
In de hierop volgende minuut was alleen het gedruppel van water te horen – totdat Clara naar de wasbak liep en de pomp een duwtje gaf. Clara en Adolphine waren niet zo heel anders, dacht Henri. Weliswaar was Clara aantrekkelijker, met haar lange, naar het rossige zwemende haar, maar dat was niet de gelijkenis die hij bedoelde. Clara was discreet en verborg haar intelligentie. Adolphine Barbier droeg haar verstand als een bloem in haar haren, lokkend, uitdagend, ze praatte haast uitsluitend om reacties uit te lokken, om mensen zich ongemakkelijk te laten voelen. 
Leunend op het aanrecht keek hij de tuin in waar Hellens en hij gisteravond nog het glas geheven hadden. Over de gemoedsrust die hij toen had genoten kon hij voorlopig wel een kruis maken: daar had Adolphine voor gezorgd. ‘We maken een lange omtrekkende beweging,’ zei hij, ‘we pikken in Parijs een schrijver op en rijden terug naar huis. De reis zal eerder lang dan gevaarlijk zijn, dus dan is het wel prettig om voor de terugreis een interessant, getalenteerd auteur aan boord te hebben, voor de sprankelende conversatie.’ En als de jongeman bij nader inzien even contactgestoord was als de meeste schrijvers, dan was er altijd nog de uitbundige persoonlijkheid van mejuffrouw Barbier. ‘Clara, pak kleren voor een week in het kleinste koffertje. Hellens, als jij Adolphine nu eens een dépêche stuurde met mijn besluit?’ 
‘Je bent echt vastbesloten? Je trekt willens en wetens oorlogsgebied in?’ 
‘Er is geen nood aan die dramatiek, beste vriend. Ik ga alleen maar een paar dagen op reis.’ (wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten